Bijdrage - Wet Natuurbescherming Deel II Sen. N. Koffeman
Senator Niko Koffeman spitste zijn bijdrage aan het debat over de Wet Natuurbescherming specifiek toe op de plezierjacht. Hij pleitte voor het loskoppelen van de jacht louter voor het plezier van de nieuwe wet, omdat het in de ogen van de Partij voor de Dieren niets met de bescherming van de natuur te maken heeft. De nieuwe wet Natuurbescherming zorgt voor een sterke achteruitgang in de bescherming van de flora en fauna in Nederland. Op het gebied van de jacht, krijgt de jager ruimspel. In zijn bijdrage gaat senator Niko Koffeman dieper in op deze en andere gebreken van de wet. Lees de volledige bijdrage hieronder.
Voorzitter,
Het doden van dieren louter voor het genoegen van een jager, zonder maatschappelijke noodzaak is niet acceptabel. Ik vind dat de jacht, mede vanwege de intrinsieke waarde van het dier, een maatschappelijk doel moet dienen. Niet mijn woorden, voorzitter, maar die van staatssecretaris Dijksma in een brief van 26 juni vorig jaar aan de Tweede Kamer. Daar is geen woord Spaans bij, voorzitter, het kabinet vindt dat jagen zonder maatschappelijke noodzaak, onacceptabel is. Dat is een zwaarwegend politiek oordeel, en omdat we vandaag een gewijzigd voorstel van wet bespreken waarin dat onacceptabel is omgebogen in een carte blanche voor jagen zonder nut of noodzaak, zonder plan vooraf, wil ik graag van de nieuwe staatssecretaris weten hoe hij de kwalificatie “onacceptabel” van zijn ambtsvoorganger zou willen duiden, of meer nog hoe hij die kwalificatie zou willen omzetten in beleid. Graag een reactie!
In het gewijzigde wetsvoorstel natuurbescherming regelde het kabinet dat de jacht – alleen op eend, fazant, houtduif, haas en konijn – mocht plaatsvinden overeenkomstig een van te voren opgesteld afschotplan dat onderdeel uitmaakte van het faunabeheerplan (voorgesteld artikel 3.18, vijfde lid).
Voor de uitoefening van de jacht betekende deze voorgestelde verplichting dat het afschot moest worden gepland, gestructureerd, geobjectiveerd en gemaximeerd, met inachtneming van de schadehistorie en de draagkracht van de populaties.
Dat voornemen is gestrand op een amendement van VVD en PvdA, waardoor het louter voor de lol schieten van hazen, eenden, houtduiven, konijnen en fazanten gewoon mogelijk zou blijven.In strijd met het kabinetsvoornemen, in strijd met de wettelijk erkende intrinsieke waarde van dieren en in strijd met alles wat vrijwel alle partijen beloofden in hun verkiezingsprogramma’s van 2012: er zou een einde komen aan de jacht zonder nut of noodzaak, jacht die geen enkele andere reden kende dan louter het genoegen van de jagers.
Voorzitter, Op 17 november werd in dit huis met algemene stemmen een motie aangenomen van de leden Hoekstra, Ten Hoeve, Rinnooy Kan, Van Apeldoorn, Ester en Van Rooijen, die de regering opriep niet langer eigenstandige wetsvoorstellen te clusteren.
Voorzitter, we hebben hier voor het eerst na die unaniem aangenomen motie te maken met zo’n geclusterde afweging. De wet natuurbescherming heeft in geen enkel opzicht te maken met het schieten van dieren zonder nut, zonder noodzaak, zonder maximering, zonder structurering, zonder inachtneming van de schadehistorie, zonder objectivering en zonder onafhankelijk vastgestelde of goedgekeurde planning. En toch worden we hier en nu geacht één oordeel te geven over zowel de wet natuurbescherming als over het zonder nut en noodzaak doden van ongeveer een miljoen dieren per jaar, dieren waarvan de wettelijk erkende intrinsieke waarde op de meest ernstige wijze geschonden zal worden tot de dood erop volgt. Voorzitter, graag wil ik aan de staatssecretaris vragen of hij bereid is tot een novelle waarin hij de jacht-zonder-nut-en noodzaak buiten de Wet Natuurbescherming brengt en afzonderlijk aan beide Kamers voorlegt, indachtig de motie Hoekstra, in overeenstemming met de doelstellingen van de regering met de nieuwe wet en in lijn met de Nota Mooi Nederland van D66, PvdA en Groenlinks waarin ondubbelzinnig werd vastgesteld: ( ik citeer) Jacht is geen sport, maar een middel dat alleen indien nodig op professionele wijze, wordt ingezet in het kader van schadebestrijding en duurzaam populatiebeheer. De wildlijst (lijst met vrij bejaagbare soorten) wordt afgeschaft.
Voorzitter, Lutz Jacobi, een van de opstellers van de Nota Mooi Nederland , beloofde namens de PvdA plechtig de plezierjacht definitief met wortel en tak uit te roeien. Ik wil haar woorden hier graag in herinnering roepen. (Ik citeer) "De PvdA is geen voorstander van jacht. Tenzij het de enig overgebleven oplossing is om bijvoorbeeld problemen van overlast op te lossen. Maar ook dan alleen onder strikte voorwaarden. Eerst moeten alle andere maatregelen uit de kast zijn gehaald om die overlast door dieren tegen te gaan en schade te bestrijden. Door te zorgen voor minder voedselaanbod, ruimere natuurgebieden en in te zetten op alternatieve methoden is al veel te winnen."
De opvolger van Lutz Jacobi, de heer Leenders, ging met de VVD in conclaaf om tot een voorstel te komen dat naar zijn mening nog diervriendelijker zou zijn dan dat van Lutz Jacobi. Hij stelde voor dat dierenbeschermings- en natuurbeschermingsorganisaties voortaan deel uit zouden moeten kunnen maken van de Faunabeheereenheden, om mee te praten over de jacht. En in ruil daarvoor, voorzitter, gunde hij de VVD dat de plezierjacht onaangetast zou blijven, en zelfs zou worden uitgebreid ten opzichte van de plannen van de staatssecretaris. Jagers zouden net zoveel hazen, fazanten, konijnen, houtduiven en wilde eenden mogen schieten als hen goeddunkt, alleen zouden ze achteraf even moeten melden aan de Faunabeheereenheid, hun jagersvereniging dus, hoe groot het aantal geschoten dieren, de omvang van hun jachtbuit was geweest.
En om dat allemaal een beetje te kunnen objectiveren, zouden dierenbeschermers en natuurbeschermers vrijblijvend mee mogen praten in de faunabeheereenheden over het aantal geschoten dieren. Een soort terugkerend requiem dus voor alle geschoten dieren.
Organisaties als de Dierenbescherming, de Faunabescherming, de Vogelbescherming en Natuurmonumenten namen met kracht afstand van het tussen VVD en PvdA gesloten compromis, dat daarmee helemaal geen compromis meer bleek te zijn, maar een carte blanche voor de plezierjacht. Lijnrecht in strijd met de PvdA verkiezingsbelofte , lijnrecht tegen de bedoelingen van ook D66 en Groenlinks , lijnrecht tegen de adviezen van dieren- en natuurbeschermers en daarmee dus een onhoudbaar voorstel. Temeer daar tijdens de deskundigenbijeenkomst in dit huis niet alleen dieren- en natuurbeschermers zeer kritisch over de wet spraken, maar ook wetenschappers, jagers, particuliere grondbezitters en boswachters. Vrijwel geen van de sprekers gaf het advies de wet aan te nemen. Daarom, voorzitter, is er alle reden de wet heel serieus te wegen, niet als een akkoord tussen twee coalitiefracties in de Tweede Kamer, maar vooral ook op het punt van de onlogische combinatie van enerzijds een wet die beoogt de natuur en haar intrinsieke waarde te beschermen, en anderzijds een onderdeel van de wet dat jagers alle vrijheid geeft het leven van grote aantallen dieren te beëindigen louter voor het plezier van de jager.
Een Kamer die drie weken geleden nog verzocht niet geforceerd te worden tot het geven van één oordeel over gekoppelde voorstellen die niet in elkaars directe verlengde liggen, zou daaraan nu tenminste de consequentie moeten verbinden dat het beschermen van dieren en het voor de lol doden van dieren niet binnen één oordeel kan vallen.
Voorzitter, het akkoord met de VVD klonk als een knallend deja vu.
Ten tijde van de behandeling van de Flora- en Faunawet in 1996 stelden de leden van de fracties van PvdA, D66 en CDA dat de commerciële jacht en de plezierjacht niet meer op zijn plaats was . PvdA- woordvoerder Willie Swildens-Rozendaal zei dat het onlogisch is om een wildlijst te hebben in een wet die uitgaat van het nee, tenzij principe. “Er wordt niet gejaagd, tenzij er een bijzondere reden voor is” zo stelde ze. Zij benadrukte het belang van uniforme bescherming waarbij inbreuken slechts te zijn rechtvaardigen uit overwegingen van schade of bescherming. Exact zoals haar collega Lutz Jacobi het in 2013 herhaalde. In NRC van 21 oktober 1999 stelde het PvdA-Kamerlid dat zij uiteindelijk toch voor de plezierjacht op vijf soorten was gezwicht om en ik citeer “ de VVD op andere terreinen mee te krijgen.” (einde citaat)
De uitgangspositie was volkomen helder: De Groene Kieswijzer inventariseerde voorafgaande aan de verkiezingen van 2012 de standpunten over de plezierjacht van de Nederlandse politieke partijen. Daaruit bleek zoals gezegd (en ik herhaal dat nog maar eens voor de handelingen) dat PvdA, VVD, CDA, D66, SP, ChristenUnie, GroenLinks en de Partij voor de Dieren zich uitspraken tegen jagen zonder maatschappelijk belang. Ook de PVV heeft zich bij vele gelegenheden uitgesproken tegen de plezierjacht.
Met de collega’s van PvdA, D66 en Groenlinks die in de nota Mooi Nederland aangaven dat de wildlijst geschrapt dient te worden, ben ik van mening dat afschot alleen kan worden toegestaan wanneer op objectieve gronden meetbaar kan worden aangegeven dat dat in het belang is van schadebestrijding of populatiebeheer. Geen enkele diersoort is altijd en overal schadelijk en dieren die geen populatieproblemen kennen en geen enkele overlast veroorzaken zouden louter vanuit het beginsel van de intrinsieke waarde niet bejaagd mogen worden louter voor de lol van de jager. Graag een reactie van de staatssecretaris.
Tot verbazing van velen, kwamen PvdA en VVD tot een voorstel dat ze presenteerden als breed gedragen en diervriendelijk, terwijl het tegendeel het geval bleek.
De maatschappelijke organisaties zijn niet eens betrokken geweest bij de ontwikkeling van het amendement terwijl de PvdA zegt het voor hen te hebben gemaakt. De staatssecretaris zei in de Tweede kamer dat zij gewend was dat de Dierenbescherming haar nek uitsteekt en dat ze vertrouwen had in de winst van dit amendement voor het dierenwelzijn en de participatie van maatschappelijke organisaties. De Dierenbescherming heeft daar vervolgens van gezegd dat ze graag haar nek uitsteekt maar niet in een strop. Natuurmonumenten en de Faunabescherming hebben eveneens gehakt gemaakt van het amendement. En om die maatschappelijke organisaties was het toch allemaal te doen, voorzitter. Zij zouden toetreden tot de faunabeheereenheden en in ruil daarvoor zouden de jagers meer vrijheid krijgen. Nu de maatschappelijke organisaties hebben aangegeven helemaal niet toe te willen treden en het akkoord te verfoeien, kan de PvdA onmogelijk met de VVD onder één jagershoedje blijven spelen, en zal het voorstel als eigenstandig voorstel moeten worden voorgelegd.
Voorzitter, De uitruil tussen de PvdA en de VVD heeft tot niets geleid. De PvdA heeft een hoge prijs betaald. Vuile handen, maar tegelijk lege handen. De heer Leenders zei dat hij een diervriendelijker plan had dan de nota Mooi Nederland en de initiatiefnota van de Partij voor de Dieren. Nu dat niet het geval blijkt en het plan niet gedragen wordt door de maatschappelijke organisaties rest er niets anders dan via een novelle de jacht zonder nut en noodzaak afzonderlijk aan het parlement voor te leggen, niets verzet zich daartegen.
maatschappelijke organisaties vinden het door PvdA en VVD gepresenteerde akkoord een wassen neus omdat:
de Faunabeheereenheden geen enkele rol meer spelen, waar het gaat om jacht en schadebestrijding door grondgebruikers. Het afschotplan wordt namelijk geschrapt, evenals de verplichting voor grondgebruikers om zich bij de schadebestrijding te houden aan de voorschriften vermeld in het Faunabeheerplan.
Er geen duidelijke eisen zijn voor een specifieke planmatige aanpak voor het beheer van de dieren worden gesteld.
Het amendement betekent voor de controleerbaarheid, handhaafbaarheid en mogelijke rechtsgang met betrekking tot jacht en schadebestrijding door agrariërs, dat dit ten opzichte van het wetsvoorstel en de huidige situatie verslechtert. De controleerbaarheid en handhaafbaarheid hebben uitsluitend betrekking op de regels, zoals die in de wet staan. Met name op het terrein van technische zaken zoals middelen, jachttijden, verzekeringen. Geen woord daarbij over nut, noodzaak en effectiviteit. En dus in flagrante tegenspraak met de bescherming van de intrinsieke waarde van dieren, hun betekenis los van hun nut voor de mens. Het is voor belanghebbende organisaties op het gebied van natuur- of dierenbescherming niet mogelijk om juridische procedures te starten tegen de uitoefening van de jacht of schadebestrijding door agrariërs, aangezien daarvoor geen besluiten van een bestuursorgaan nodig zijn, die zouden kunnen worden aangevochten. Daarmee is het voorstel niet alleen een aanslag op het leven van miljoenen in het wild levende dieren, maar tevens een aanslag op hun rechtsbescherming en met name dat deel zou bij behandeling in dit huis zwaar moeten wegen. In de nieuwe wet wordt “overlast” een reden om tot bestrijding van beschermde diersoorten over te gaan. Dat is strijdig met de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Gemeenten kunnen een dergelijke vrijstelling krijgen van de provincie en die vrijstelling is niet vatbaar voor beroep of bezwaar, omdat het hier een algemeen verbindend voorschrift betreft.
De provincies kunnen grondgebruikers in geval van schade een vrijstelling geven, om geheel naar eigen inzicht dieren te doden. Het gaat ook hier om een algemeen verbindend voorschrift. En ook deze vrijstelling is daarom niet vatbaar voor beroep of bezwaar en kan niet door een rechter worden getoetst. Dat , voorzitter, druist zozeer in tegen de rechtsbescherming, dat alleen al uit oogpunt van rechtmatigheid dit een reden zou moeten zijn om deze wet in z’n huidige vorm te verwerpen. Graag de visie van de staatssecretaris op dit punt.
Voorzitter, alleen al om die reden zou een amendement dat zo verstrekkende inbreuken maakt op een kwestie van leven en welzijn van miljoenen levende wezens , niet gekoppeld aan een natuurbeschermingswet in stemming moeten worden gebracht zonder deugdelijk advies van de Raad van State. Ik wil daarom een motie indienen om de stemming over de wet uit te stellen totdat er advies van de Raad van State is ontvangen.
Voorzitter, ik wil de staatssecretaris vragen om het recht tot het uitvoeren van het faunabeleid niet exclusief onder te brengen bij de faunabeheereenheden, maar ook andere organisaties dat recht te geven, wanneer ze daartoe voldoende gekwalificeerd zijn. Anders zou er ernstige rechtsongelijkheid ontstaan in het vormgeven en uitvoeren van het faunabeleid, graag de visie van de staatssecretaris hierop.
Voorzitter, de Partij van de Arbeid heeft bij de behandeling in de Tweede Kamer gezegd dat zij de jacht diervriendelijker wil maken. De vraag is waarom dan niet in de wet geregeld is dat alleen nog met kogelgeweren geschoten mag worden en niet met hagel.
We mogen niet negeren dat een groot aantal dieren (in jagerstermen) “ ziekgeschoten” wordt. De vijf diersoorten die in de wet als vrij bejaagbaar zijn opgenomen worden beschoten met hagel. Een hagelpatroon bevat enkele honderden metaaldelen die op dieren in volle beweging worden afgevuurd.
In het Nederlandse jachtveld worden gemiddeld drie patronen geschoten per gedood dier. Dat zijn tenminste 600 hagelkorrels waarvan een aantal dodelijk kunnen zijn en een aantal niet dodelijk, waarbij ook veelal dieren in de directe omgeving geraakt worden. Voorzitter, het recente rapport uit 2014 “Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie” opgesteld door TNO en Deltares in opdracht van het ministerie bevestigen dit beeld andermaal.
Voorzitter, de jacht verstoort de Nederlandse natuur in belangrijke mate. Ik noem er drie. Het verarmt de natuur, het verstoort de natuurlijke populatiedynamiek en het verstoort de bejaagde diersoort en andere soorten.
De verstoring van de natuur, met name ook verstoring van de andere, niet-bejaagbare soorten, blijkt keer op keer uit onderzoek van onder meer Alterra uit 2004 en 2010[1]. De aanwezigheid van jagers, hun honden en hun schoten zorgen voor verstoring van vele aanwezige diersoorten. Edelherten worden bijvoorbeeld waakzamer, wat ten koste gaat van hun foerageertijd. Het negatieve effect word ook erkend voor vogels die aankomen vliegen en gebruik willen maken van het terrein waar de jacht plaatsvindt.
Vluchtende dieren sturen bij jachtpartijen een sterk alarm signaal uit naar alle andere dieren in het bos. Dit kan er toe leiden dat dieren hun leefgebied niet langer als veilig ervaren en op de vlucht slaan. Soms keren ze pas na dagen terug.
Voorzitter, het wetenschappelijk tijdschrift EOS heeft in de editie van oktober 2012 de onderzoeken besproken waaruit blijkt dat natuurgebieden die relatief klein zijn extra gevoelig zijn voor invloeden van buitenaf zoals de jacht. Vaak zijn deze gebieden omgeven door jachtgebieden en is de verstoring dus hoog. Het voorstel van de staatssecretaris om jacht in natuurgebieden toe te staan is dan ook een onzalig plan. Niet voor niets zijn de verenigde groene organisaties zoals de Landschappen en Natuurmonumenten fel gekant tegen de jacht in natuurgebieden. Ook om die reden zou jacht geen onlosmakelijk onderdeel van deze wet mogen vormen, maar als zelfstandig voorstel aan beide Kamers moeten worden voorgelegd, graag een reactie!
Voorzitter, mijn fractie mist ook een duidelijke evaluatie van de nu voorgestelde jachtwetgeving, een evaluatie die meer dan ooit nodig is, nu de overheid aanstalten maakt een stap achteruit te doen in de bescherming van onze in het wild levende dieren en natuur.
Mijn fractie wil die evaluatie graag bij wet geregeld zien. Graag een reactie van de staatssecretaris.
Voorzitter, het vertrouwen van de burgers in de politiek is tot een dieptepunt gedaald. De regeringscoalitie heeft nog slechts een virtuele meerderheid van 30 zetels in dit huis, en waar het overgrote deel van de Nederlandse bevolking de plezierjacht afwijst als reden voor afschot van gezonde dieren, en de regeringspartijen die afschaffing ook aan de kiezer beloofd hebben, zou het beschamend zijn wanneer diezelfde regeringspartijen de plezierjacht nu zelfs uitbreiden.
De staatssecretaris noemde het zonder maatschappelijk nut of maatschappelijke noodzaak afschieten van dieren ONACCEPTABEL, en iedereen die de politieke lading van dat woord kent zal zich afvragen op welke wijze de staatssecretaris van plan is te voorkomen om dat uitgesproken zware oordeel zonder andere consequenties te laten dan het afschaffen van de plezierjacht.
Ingediende moties
Motie over de taak van de jachtopzichter
Motie over het afhalen van de vos van de landelijke vrijstellingslijst
Motie over het verbieden van het gebruik van kunstlicht bij de vossenjacht
[1] Dekker, J.J.A. & G.W.T.A. Groot Bruinderink, 2010. Effecten van populatiebeheer op gedrag van ree, damhert, edelhert en wild
zwijn. Rapport 2010.071. Zoogdiervereniging, Nijmegen.
[2] Ebbinge, Groot Bruinderinkg, Jansen (2004) Advies over de vraag hoe verstoring door jacht in natuurgebieden op andere dan de bejaagde soorten voorkomen kan worden. Alterra, Wageningen
Interessant voor jou
Bijdrage - Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15
Lees verderBijdrage - Wet Natuurbescherming Deel I Sen. C. Teunissen
Lees verder