Vragen van Visseren-Hamakers (PvdD) over Europese veror­dening voor nieuwe geno­mische tech­nieken


Indiendatum: 12 okt. 2023

De Eerste Kamer fracties van de Partij voor de Dieren (PvdD) en Groenlinks-PvdA hebben de volgende vragen aan de Europese Commissie over het voorstel voor een Verordening over nieuwe genomische technieken (NGT’s). De fracties hebben grote vraagtekens bij het nut en noodzaak van NGT’s. Er leven bij verschillende groepen in de samenleving grote zorgen over genetische manipulatie en de effecten daarvan op mens, dier en natuur. Bij de introductie van genetisch gemanipuleerde gewassen werden destijds allerlei beloftes gedaan over het nut van deze technologie. Vele voordelen blijken in de praktijk niet waargemaakt te zijn terwijl tegelijkertijd wereldwijd boeren wel veel afhankelijker zijn geworden van enkele grote commerciële partijen, die regelmatig hebben laten zien niet te schromen om hun commerciële machtspositie in te zetten om oneerlijke prijsverhogingen tot stand te brengen. Tot slot is gebleken dat het zeer ingewikkeld, zo niet onmogelijk is, om gemanipuleerde materialen op akkers blijvend te isoleren van niet veranderde planten. Het wordt hierdoor voor mensen die geen gentech willen gebruiken steeds ingewikkelder om dat te kunnen doen. Vanwege deze redenen zijn de fracties kritisch op de inzet van gentech in de landbouw.

  • Op basis van welke kennis en ervaring ziet de Commissie een bijdrage van NGT’s aan duurzaamheid, voedselveiligheid en voedselzekerheid en waarom zouden deze anders zijn dan die van de huidige generatie genetisch gemanipuleerde gewassen? Hoe kijkt de Commissie aan tegen de potentiële bijdrage van NGT’s in het robuuster en weerbaarder maken van het voedselsysteem? Waar zijn deze claims op gebaseerd?
  • En welke definities van duurzaamheid hanteert de Commissie hierbij? Dit begrip is voor meerdere interpretaties vatbaar.
  • Het lijkt erop dat de Commissie een belangrijke rol ziet weggelegd voor technologie in haar duurzaamheidsbeleid, terwijl dezelfde duurzaamheidsdoelen ook zonder nieuwe technologieën kunnen worden bereikt – en naar onze visie – doeltreffender en rechtvaardiger kunnen worden bereikt. Hoe verhoudt dit vertrouwen in technologische oplossingen van de Commissie, terwijl andere oplossingen beschikbaar zijn, zich tot het voorzorgsprincipe?
  • Met andere woorden: welk – en wiens – probleem lost dit voorstel op?
  • Onze fracties zien deze ontwikkelingen als onderdeel van de verdere technologisering en schaalvergroting van de landbouw, waarmee de machtspositie van klein aantal grote spelers in het mondiale voedselsysteem verder wordt versterkt. Deelt de Commissie deze analyse? Welke maatregelen worden genomen om deze verdere machtsconcentratie tegen te gaan?
  • Onze fracties maken zich grote zorgen over de voorgestelde deregulering van NGT’s, waarmee nieuwe patenten op gewassen en veredelingstechnieken worden vergemakkelijkt. De Commissie zegt dat ze in 2026 met een evaluatie op dit punt zal komen, maar tegen de tijd dat er dan daaruit eventueel ook nog wettelijke maatregelen van kracht zullen zijn, vrezen onze fracties ervoor dat de belangrijkste eigenschappen en veredelingstechnieken al gepatenteerd zullen zijn. Erkent de Commissie het grote risico daarop? Welke maatregelen wil zij nemen om dit risico weg te nemen?
  • Deze technologisering en schaalvergroting ondersteunt ook de verdere uitbreiding van de industriële veehouderij. Hoe ziet de Commissie de relatie van het huidige voorstel en de voor veel beleidsdoelen (volksgezondheid, klimaat, water, biodiversiteit, dierenwelzijn) noodzakelijke verminderen van de intensieve veehouderij?
  • De Commissie ziet dit voorstel als onderdeel van de Green Deal. Onze fracties maken zich echter grote zorgen over de gevolgen van dit voorstel voor de agro-biodiversiteit en voedselzekerheid, met name op de langere termijn, aangezien het gebruik van genetische manipulatie in de praktijk ervoor zorgt dat een steeds kleiner aantal (genetisch gemanipuleerde) gewassen worden geteeld. Hierdoor wordt de landbouw gevoeliger voor plagen en klimaatverandering, iets waar deze Verordening juist tegen zegt op te treden. Deelt de Commissie deze zorgen, en zo ja, welke maatregelen voorziet zij om deze trend tegen te gaan? Welke eisen gaat zij stellen zodat gezorgd wordt voor een biodiverse (en daarmee ook een genetisch diverse) landbouw in en buiten de Europese Unie?
  • Het voorstel kan ook consequenties hebben voor ontwikkelingslanden, die verder afhankelijk kunnen worden van buitenlandse technologie, zeker op de langere termijn. Er zijn veel voorbeelden waarbij de agro-industrie eerst lokale teeltmethoden met een oneerlijke praktijk van concurentievervalsing wegconcureerde, waarna boeren afhankelijk werden van de agro-industrie en de prijzen van landbouwproducten juist onnodig stegen. Deelt de Commissie deze analyse, en hoe kan deze ontwikkeling worden tegengehouden? Welke concrete stappen onderneemt de Commissie om toegang tot nieuwe technologie en genenbanken voor boeren en landen zo laagdrempelig mogelijk te maken? Stelt de Commissie bijvoorbeeld korte en maximale termijnen aan de looptijd van intellectueel eigendom van genetisch gemanipuleerde planten? Welke eisen stelt de Commissie aan maximale markt concentratie van partijen bij het toekennen van patenten? Is de Europese Commissie bereidt om hier eisen aan te stellen zodat voorkomen wordt dat enkele partijen oneerlijke marktdominantie kunnen bereiken?
  • De EC wil de versnelde toelating van genoomtechnologie en producten o.a. vanwege de klimaatveranderingen en uitdagingen voor de voedselveiligheid als gevolg daarvan. Welke garanties stelt de EC voor het algemeen beschikbaar stellen van deze kennis wanneer de klimaatcrisis of voedselcrisis dermate ernstig is dat ongeacht de gevolgen voor de ontwikkelaar, de kennis gedeeld moet worden? Kunnen landen of partijen die kunnen aantonen niet de financiële middelen te hebben om commerciële producten af te nemen, deze toch afnemen, dan wel namaken wanneer de voedselvoorziening in dergelijke gebieden in het geding is? Zo niet, kan de commissie dan reflecteren op de claim dat met deze Verordening de commissie actie onderneemt op het vlak van voedselzekerheid? Binnen de EU is er immers eerder sprake van overproductie van landbouwgoederen.
  • Maakt de Commissie in het voorstel – ten aanzien van goedkeuring en labeling - onderscheid tussen eenjarige en meerjarige planten, en tussen voedsel- en non-food gewassen, en tussen voedsel- en veevoer toepassingen?
  • Het ontbreken van een risicobeoordeling en van traceerbaarheidsregels voor NGT Categorie 1 maakt het onmogelijk om de risico's te kennen en de effecten van deze planten te monitoren. Onze fracties vinden het dan ook zeer onverstandig om zo’n onbeproefde en verstrekkende techniek uit te sluiten van de regels voor risicobeoordeling en monitoring. Op welke wijze wil de Commissie op gaan treden wanneer onverhoopt toch blijkt dat ook NGT1 gewassen nadelige effecten op mens, dier of milieu hebben?
  • Wat is de wetenschappelijke onderbouwing van het criterium van de 20-wijzigingen grens tussen NGT1 en NGT2?
  • Het feit dat er in het voorstel voor de verordening wordt gekozen om alleen voor Categorie 2 NGT’s labeling te vereisen heeft grote consequenties voor de keuzevrijheid van Europese burgers om te consumeren zonder gentech. Waarom heeft de Commissie hiervoor gekozen?
  • Waarom heeft de Commissie ervoor gekozen om geen nationaal teeltverbod mogelijk te maken? Dit ontneemt lidstaten de mogelijkheid om op eigen wijze haar burgers en leefomgeving te beschermen.
  • Hoe wordt het verschil tussen categorie 1 en 2 op de langere termijn bewaakt? Hoe kan men op langere termijn nog bepalen wat er met behulp van conventionele veredeling kan worden geproduceerd als op grote schaal NGT’s zijn geproduceerd? Hoe worden gewassen die op natuurlijke wijze of met conventionele kweektechnieken zijn verkregen op de langere termijn behouden?
  • Hoe gaat de commissie de Verordening handhaven? Welke middelen worden hiervoor ter beschikking gesteld? Is deze inzet proportioneel ten opzichte van de verspreiding van deze gewassen? Hoe vaak worden leveranciers gecontroleerd?
  • De Commissie benoemt dat naast voedselgewassen ook sierteelt in aanmerking komt voor gebruik onder deze verordening. Kan de Commissie toelichten waarom zij het acceptabel vindt dat gentech ingezet wordt voor een luxeproduct als sierbloemen? Wordt hiermee de verbouw van pesticide en fungicide intensieve gewassen niet onnodig lang mogelijk gemaakt? Is in de sierteelt een verbod op pesticide en fungicide intensieve gewassen niet een veel effectiever middel om overschotten aan giftige stoffen in mens, dier en milieu te voorkomen? Tot slot: hoe kan een consument zien dat bijvoorbeeld een lelie zometeen met gentech gekweekt is?
  • Onze fracties vrezen dat dit voorstel zal zorgen voor additionele dierproeven. Deelt de Commissie deze vrees, en welke maatregelen bereidt zij voor om dit te voorkomen?
  • Onze fracties ondersteunen de uitsluiting van NGT’s voor de biologische sector. Hoe beschermt de Commissie de biologische sector van vervuiling van haar niet-genetisch gemanipuleerde gewassen met deze NGT’s?
  • Hoe kan de Commissie garanderen dat kruisbestuiving met nabij gelegen akkers en boomgaarden niet plaats zal vinden, vooral omdat de boeren die NGT 1-gewassen telen dat niet hoeven te melden of zichtbaar te maken?
  • Onze fracties zijn voorts van mening dat het voorstel van de Commissie mogelijk in strijd is met artikel 114 VWEU, omdat het geen hoog niveau van consumentenbescherming waarborgt, aangezien zij op geen enkele wijze worden geïnformeerd over NGT's van categorie 1, graag een reactie van de Commissie op dit punt.
  • Onze fracties zien ook een probleem met de definitie van NGT. Het wetsvoorstel stelt de voorwaarde dat deze geen genetisch materiaal bevatten dat afkomstig mag zijn van buiten de genenpool van kwekers. Deze genenpool van kwekers is echter zeer groot en omvat de mogelijkheid om veel verder te gaan dan de totale genetische informatie die beschikbaar is in één soort. Volgens artikel 3 is de "genenpool van kwekers" de totale genetische informatie die beschikbaar is in één soort en in andere taxonomische soorten waarmee gekruist kan worden, inclusief door het gebruik van geavanceerde technieken zoals embryo-redding, geïnduceerde polyploïdie en brugkruisingen". Erkent de Commissie dat er op deze manier alsnog soortvreemd genetisch materiaal terecht kan komen in NGTs, zeker naarmate deze techniek meer toegepast zal worden en de genenpool dus ook steeds groter zal worden?

Interessant voor jou

Vragen Koffeman (PvdD) over de aanbieding ontwerpconcessie Hoofdrailnet 2025-2033

Lees verder

Vragen Visseren-Hamakers (PvdD) over het evaluatierapport Staatsbosbeheer

Lees verder

    Learn More Doneer