Nadere vragen Visseren-Hamakers (PvdD) over begroting LVVN 2025
Indiendatum: feb. 2025
Dank voor de antwoorden op onze eerdere schriftelijke vragen. De Partij voor de Dieren fractie heeft de volgende aanvullende vragen naar aanleiding van de antwoorden.
Het antwoord op vraag 84 is niet eenduidig. Aan de ene kant mogen afgeleide producten van categorie-1 materiaal wel worden vergist, maar het antwoord noemt alleen dat producten uit categorie 2 en 3 mogen worden gebruikt voor ‘groen’ gas. Bij het antwoord op vraag 85 wordt gesteld dat voor de productie van ‘groen’ gas in Nederland geen kadavers worden vergist.
- Mogen afgeleide producten van categorie-1 materiaal worden gebruikt voor ‘groen’ gas?
- Zo nee, waarvoor dient vergisting van deze afgeleide producten?
- Worden afgeleide producten van categorie-1 materiaal in Nederland vergist? Zo ja, de kadavers van welke soorten dieren worden op deze manier vergist? En welke lichaamsdelen van welke dieren betreft dit?
- Wat wordt gedaan met categorie-1 materiaal als het niet wordt vergist? Welke diersoorten betreft dit en welke lichaamsdelen?
In bijlage G2 van de bijlage Aa uit de uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt biodiesel uit dierlijke vetten en oliën genoemd.
- Wordt in Nederland ‘biodiesel’ van deze producten geproduceerd en/of gebruikt?
- Zo ja, voor welke doeleinden wordt deze ‘biodiesel’ toegepast?
- Ondersteunt de Nederlandse overheid de productie en toepassing van dierlijke ‘biodiesel’, bv. door middel van subsidies?
- Welke diersoorten betreft dit, en welke lichaamsdelen?
- Worden ‘dierlijke bijproducten’ behalve voor ‘groen’ gas of ‘biodiesel’ nog voor andere ‘brandstoffen’ of andere ‘groene’ toepassingen gebruikt? Zo ja, voor welke? En welke ‘dierlijke bijproducten’ betreft dit?
Vraag 86 wordt niet expliciet beantwoord.
- Ziet het kabinet het verwerken van ‘dierlijke bijproducten’ als onderdeel van de ‘bio-economie’?
Het antwoord op vraag 87 leidt tot de volgende vervolgvraag.
- Met welke wetgeving wil het kabinet de bijmengverplichting van groen gas realiseren en wat is de planning voor de behandeling van dit wetsvoorstel?
In het antwoord op vraag 89 wordt ‘geografisch Europa’ genoemd als gebied waar 48.8% van de grondstoffen voor veevoer wordt geproduceerd.
- Wat is hierbij de definitie van ‘geografisch Europa’, met andere woorden, welke landen vallen onder de hier gehanteerde definitie?
- Hoeveel van deze 48.8% wordt geproduceerd in de verschillende in deze definitie opgenomen landen?
- Wat wordt bedoeld met de impuls die Europa heeft gegeven aan het gebruik van insecten en diermelen als eiwitbron voor diervoeder?
Interessant voor jou

Inbreng Visseren-Hamakers (PvdD) over MER Levensduurverlenging kerncentrale Borssele (32 645, O)
Lees verderNadere vragen Nicolaï (PvdD) over 35 295 AV - aanpak van desinformatie
Lees verder