Bijdrage Koffeman (PvdD) begroting Buiten­landse Handel en Ontwik­ke­lingshulp 2025


"Ontwik­ke­lingshulp als verdien­model is onethisch, kort­zichtig en gevaarlijk"

11 maart 2025

Voorzitter, er waait een nieuwe wind door de wereld. Een verwoestende cycloon die de meest kwetsbaren te grazen neemt en respect voor mensenrechten, ethiek en goed bestuur vernietigt. Waar de eigenaar van X met een kettingzaag door het overheidsapparaat van de VS gaat, doet het Nederlandse kabinet hetzelfde met hulp aan de allerzwaksten. Dit onder het motto: Nederland eerst. De minister wil niet alleen doen waar Nederland goed in is maar vooral doen wat goed is voor Néderland. Daarmee treedt ze in de voetsporen van Amerika en Italië. Een keuze met dramatische gevolgen, die nu al voelbaar zijn. Miljoenen mensen en dieren verloren directe toegang tot voedsel, schoon water, levensreddende medicijnen en sanitaire voorzieningen. Waar ontwikkelingshulp eerder samenhing  met termen als barmhartigheid en solidariteit, domineert nu de vraag: what's in it for me? Ontwikkelingshulp als verdienmodel. Nederland moet volgens de minister ofwel verdienen aan ontwikkelingshulp via de private sector, ofwel ontwikkelingshulp moet leiden tot minder migranten naar Nederland. Voor wat hoort wat. Onze fractie heeft daar niet alleen grote ethische bezwaren tegen, we maken ons ook ernstige zorgen over de gevolgen voor de wereldwijde veiligheid inclusief de onze.  Waar eerdere kabinetten spraken over welbegrepen eigenbelang, lijkt zelfs het eigenbelang volstrekt ondergeschikt te zijn geworden aan de kortetermijn politieke agenda.

Het nu gepresenteerde beleid  is niet alleen egoïstisch, het is ook kortzichtig en gevaarlijk. De experts die vorige week in dit Huis waren, onderstreepten dat zonder uitzondering.

Onder andere professor Hilhorst, secretaris-directeur Koch van de Adviesraad Internationale Vraagstukken en ‘Klimaatgeneraal’ Tom Middendorp maakten op niet mis te verstane wijze duidelijk dat de weg die de minister inslaat zeer schadelijk is. Door uit te gaan van eigen handelsbelangen, schaadt het kabinet de levens van vele miljoenen burgers wereldwijd, inclusief die van onszelf en onze macro-economische belangen.

Voorzitter, sinds 2015 kiezen kabinetten ervoor om steeds minder geld te besteden aan ontwikkelingshulp. Nu wordt bovendien de koppeling tussen het ontwikkelingsbudget (ODA) en ons BNI losgelaten. Die koppeling moet terug, zo stelde ook de Adviesraad Internationale Vraagstukken, alleen al om grote klappen zoals de oorlog in Oekraïne en Gaza te kunnen opvangen, en om hulp duurzaam te kunnen bestendigen. Door de ontkoppeling van het ontwikkelingsbudget en BNI vindt er bovendien geen automatische inflatiecorrectie meer plaats. Dat betekent dat de ODA-middelen jaarlijks minder waard worden. Hoe gaat de minister die waardevermindering opvangen? Graag een reactie.

Voorzitter, ik blijf even bij de expertmeeting van vorige week. Professor Hilhorst zei dat ze nog nooit zo bezorgd is geweest over hoe Nederland zich verhoudt tot de rest van de wereld. Nederland is als klein land extreem afhankelijk van de internationale orde, stelde zij, en ontwikkelingssamenwerking is daarin een smeermiddel voor bilaterale relaties.

Bij het maken van handelsafspraken, het uitleveren van criminelen en de terugkeer van migranten zijn die relaties essentieel. Maar die bilaterale relaties moeten wel zijn ingebed in warme diplomatieke verhoudingen. Toch snijdt deze minister daarin. Onverstandig. Hoe ziet de minister voor zich dat de bilaterale relaties op peil blijven, vragen wij de minister.

Voorzitter, vrijwel alle experts hamerden op het verband tussen ontwikkelingshulp en het voorkomen van conflicten. Preventie van conflicten is vele malen goedkoper dan het beslechten van conflicten. De minister snijdt dus uiteindelijk in eigen vlees. Het is duidelijk dat steeds méér mensen wereldwijd hulp nodig hebben. De budgetten moeten dus omhoog, niet omlaag. Als we naar Syrië kijken, een land dat jarenlang door oorlog werd geteisterd, zien we de eerste voorzichtige stappen naar wederopbouw. Dat is kostbaar. We zien ook de kwetsbaarheid van het land. Verschillende groeperingen strijden om de macht. Om nieuwe oorlogen te voorkomen is ontwikkelingshulp essentieel. 1 dollar in conflictpreventie levert 103 dollar op aan conflictbeslechting, zo rekende professor Hilhorst ons voor. Kan de minister daarop reflecteren? Erkent zij dat door op OS te bezuinigen zij mogelijk bijdraagt aan oplaaien van conflicten en oorlogen in kwetsbare gebieden?

Dhr. Koch van de Adviesraad Internationale Vraagstukken zei dat de sterfte van kinderen tot 5 jaar de beste voorspeller is voor oorlog en conflict en uiteindelijk migratie. ODA is dus goed voor het ontvangende land en voor ons. Het is onbestaanbaar dat een minister van een partij als de PVV komt met beleid dat vluchtelingstromen aanwakkert. Minder, minder, minder ontwikkelingssamenwerking kan alleen maar leiden tot meer vluchtelingen. Graag een reflectie van de minister op dit punt.

Voorzitter, onze fractie benoemt al jaren het verband tussen intensieve veeteelt, klimaatverandering, aantasting van de natuur, pandemieën, oorlogen en migratie. Helaas lijken de (PVV-)ministers dat verband niet te zien. Minister Faber twitterde vorige week nog: “Suikerfeest weer thuis vieren? Onze voorlichtingscampagne voor vrijwillige terugkeer naar Syrië is gestart.” Kennelijk realiseert zij zich niet dat het beleid van haar collegaminister op Ontwikkelingshulp die vrijwillige terugkeer ernstig zal bemoeilijken. Tegelijkertijd is Nederland nog altijd 1 van de grootste importeurs van soja uit Brazilië, waarmee het bijdraagt aan aantasting van natuurgebieden en daarmee dus ook aan klimaatverandering en verlies van biodiversiteit, met alle gevolgen van dien, ook in Nederland. De bezuinigen op gezondheidszorg in Afrika kunnen leiden tot pandemieën die ook Nederland bereiken terwijl onze minister van VWS bezuinigt op pandemische paraatheid. Kan de minister reflecteren op deze integraliteit?

Voorzitter, ODA is belangrijk om de Sustainable Development Goals in 2030 te bereiken. Dat gaat op deze manier niet lukken. Alleen al voor klimaatfinanciering blijft van de geplande 380 tot 470 miljoen slechts 200 miljoen over. Oxfam Novib berekende eerder dat de Nederlandse fair share 2 miljard euro is (gebaseerd op onze economische draagkracht en historische emissies). Nederland komt haar afspraken niet na. Hoe is dat te verklaren volgens de beginselen van goed bestuur? Graag een reactie van de minister.

Voorzitter, Klimaatgeneraal Middendorp noemde ontwikkelingssamenwerking en defensie 2 kanten van 1 munt. Hij benadrukte dat 80 jaar vrijheid ongekend is in de  Nederlandse geschiedenis. We zijn eraan gewend geraakt, ook aan de welvaart die die vrijheid met zich meebracht. Maar zo’n vreedzame periode is niet vanzelfsprekend.  Dat de geopolitieke assen nu aan het draaien zijn, is niet iets wat wel overwaait. Het beeld dat hij schetste was dat van een groeiende wereldbevolking die steeds meer water, voedsel, ruimte en energie nodig heeft, terwijl juist de grondstoffen afnemen. Dat leidt tot spanningen. Door klimaatverandering wordt het deel van de wereld waar je nog goed kunt leven ernstig verkleind. Hij noemde Somalië als voorbeeld van een gebied waar extreme droogte zorgt voor grote problemen. Bewoners hebben te maken met stervend vee en mislukte oogsten en trekken vervolgens naar de steden. De stap naar conflict, extremisme en migratie is dan nog maar klein. Hoe denkt de minister daarover? Graag een reactie.  Dhr. Middendorp waarschuwde ook dat onze producten voor een groot deel uit Zuid-Azië komen, een gebied met veel overstromingen. De ontwikkelingsgelden zouden alleen al daarom moeten worden ingezet voor klimaatadaptatie, ook in ons belang.

Voorzitter, onze fractie maakt zich ook zorgen over de keuze van de minister om steun aan vrouwenrechten en gendergelijkheid volledig te stoppen, zeker nu programma’s daarvoor wereldwijd al zwaar worden gekort vanwege de ontmanteling van USAID door Trump. Daarmee kiest de minister voor ondermijning van decennia aan nodige vooruitgang, en schaadt zij de  belangen van Nederland en onze internationale reputatie. Vrouwen zijn essentieel voor stabiele democratieën.

Er is een direct verband tussen sociale vooruitgang - waaronder gendergelijkheid - en economische vooruitgang en veiliger en stabiele democratieën. Toch stopt de minister met UN Women en projecten die vrouwen stimuleren de politiek in te gaan. Ook in projecten die cruciaal zijn voor het ondersteunen van rechten voor vrouwen en meisjes wereldwijd, zoals onderwijs en het maatschappelijk middenveld wordt flink gesneden. De minister maakt deze keuze, terwijl de VN-rapporteur vorige week de noodklok luidde dat de rechten van vrouwen en meisjes wereldwijd onder grote druk staan en genderdiscriminatie diep verankerd blijkt.

Onze fractie vindt het onverteerbaar dat de minister toelaat dat de situatie voor deze mensen wereldwijd verslechtert. Kan de minister deze keuze toelichten? Graag een reactie van de minister.

De minister stelt dat Nederlanders helemaal niet zitten te wachten op geld naar ontwikkelingssamenwerking. Alles blijft toch maar aan de strijkstok hangen. Hoe verklaart de minister dan de ruim 4 miljoen Nederlandse donateurs die met overtuiging jaarlijks doneren aan de NGO’s waar deze minister zo radicaal in wil snijden (Unicef, Oxfam-Novib, Cordaid, Edukans)? Graag een reactie.

Voorzitter, de minister gaat 10% korten op de ambassades. Tijdens de ambassadeursconferentie van 21 april in Den Haag spraken veel ambassadeurs hun zorgen hierover uit: deze korting zou schadelijk zijn voor onze geopolitieke invloed en landen als  China[1] en Rusland[2] in de hand kunnen spelen.

De opmars van die grootmachten in Afrika en Azië valt niet te ontkennen, zeker niet wanneer de VS en Europese landen zoals Nederland zich terugtrekken.  Graag een reactie van de minister.

Voorzitter, nog een vraag over gebonden hulp, een niet geoorloofde vorm van staatssteun. De minister antwoordde op onze vraag over mogelijke bestedingsdwang ten gunste van het Nederlands bedrijfsleven dat “alle uitgaven in het kader van ontwikkelingshulp voldoen aan de criteria van OESO”. Toch lijkt de minister aan te sturen op gebonden hulp, waar OESO, de VN en de EU tegen zijn en de afgelopen kabinetten ook tegen waren. Kan de minister in dat kader reageren op haar uitspraak tijdens de begrotingsbehandeling BHO in de Tweede Kamer op 20 november jl.: “Een ander voorbeeld is het DRIVE-programma voor infrastructuur. Ook daarbij focussen we op sectoren waarin Nederland goed is, zodat contracten logischerwijs naar Nederlandse bedrijven gaan. Daar sturen wij op.”

Voorzitter, oud-CDA-minister Grapperhaus is nu werkzaam voor Cordaid. Hij noemde de bezuinigingen onchristelijk en asociaal. Toch stemden SGP en het CDA – partijen die barmhartigheid belijden - in de Tweede Kamer voor dit hardvochtige beleid. Mijn fractie hoopt dat deze fracties in dit Huis een andere keuze zullen maken.

Voorzitter, ik sluit af met het Mercosurverdrag. In de Tweede Kamer zijn moties aangenomen die de minister oproepen het Mercosurverdrag niet te tekenen. Toch weigert zij een duidelijk standpunt in te nemen. Mijn fractie vraagt de minister om de wens van de Tweede Kamer, boeren, vakbonden en het maatschappelijk middenveld te respecteren en te stoppen met deze achterhaalde handelspolitiek. Graag een reactie van de minister daarop. Tot slot, voorzitter:  Voorts ben ik van mening dat er een eind moet komen aan de bio-industrie.
 

[1] https://www.bnr.nl/nieuws/internationaal/10555888/china-versterkt-banden-met-afrikaanse-landen-westen-blijft-hopeloos-achter

[2] https://redpers.nl/2023/01/30/wapens-en-propaganda-hoe-groot-is-de-invloed-van-rusland-in-afrika/