Vragen van Prast (PvdD) over het tijdelijk noodfonds energie


Indiendatum: jan. 2023

Vraag 1

Blijkens de brief is ervoor gekozen om een Stichting Noodfonds Energie eenmalig een subsidie te verstrekken met het oogmerk dat het overheidsgeld kan worden gebruikt om daarmee klanten van de energieleveranciers te subsidiëren.

De subsidie die de klanten krijgen van de Stichting zijn niet vatbaar voor bezwaar en beroep. De overheid heeft geen bevoegdheden om de Stichting bindende instructies te geven met betrekking tot het verlenen van subsidie aan klanten.

a. Is het juist dat het ontbreken van rechtszekerheid en rechtsbescherming niet aan de orde zou zijn geweest, indien een overheidsstichting in het leven zou zijn geroepen?

b. Het plan voor een noodfonds is al aangekondigd in de Miljoenennota. Waarom is direct daarna niet het traject gevolgd van heet oprichten van een overheidsstichting. Voor zover daarbij wetgeving vereist was, wat stond eraan in de weg om die met spoed te behandelen?

Vraag 2

In artikel 4.7 , eerste lid onder a en b van de Comptabiliteitswet 2016 is een voorhangprocedure voorgeschreven ten aanzien van rechtshandelingen die strekken tot het doen oprichten van een rechtspersoon en het verstrekken aan een privaatrechtelijke rechtspersoon van eigen vermogen.

a. Valt het verschaffen van een overheidstoekenning van maximaal € 50 miljoen aan de Stichting Noodfonds Energie onder ‘het verstrekken aan een privaatrechtelijke rechtspersoon van eigen vermogen’? Zo nee, op grond waarvan komt u tot dat oordeel? Zo ja, wanneer wordt de voorhangprocedure als bedoeld in de Comptabiliteitswet 2016 gestart?

b. Doel van de toekenning van subsidie aan de Stichting Noodfonds Energie is dat die stichting als een vehikel gaat fungeren voor het (door)subsidiëren van bedragen aan burgers. Betekent dit niet dat zo niet naar de letter maar dan wel naar de geest sprake is van het (mede) doen oprichten van een privaatrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in de Comptabiliteitswet 2016? Zo nee, op grond waarvan komt u tot dat oordeel? Zo ja, wanneer wordt de voorhangprocedure als bedoeld in de Comptabiliteitswet 2016 gestart?

c. De Algemene Rekenkamer heeft erop gewezen dat de voorhangprocedure had moeten worden gevolgd. Acht u het in overeenstemming meet de eisen van legaliteit en rechtszekerheid dat het oordeel van de Algemene Rekenkamer niet wordt gevolgd.

Interessant voor jou

Vragen n.a.v. besluit voorzitter Veiligheidsregio Kennemerland om alle inreizigers uit China te controleren op negatieve testuitslag Covid-19

Lees verder

Nadere vragen van Nicolai over hardvochtigheden in wetgeving

Lees verder

    Learn More Doneer