Vragen van Prast (PvdD) bij Commissiemededeling Com 2021(66) & BNC fiche Evaluatie handelsbeleid - een open, duurzaam en assertief handelsbeleid
Indiendatum: 1 jun. 2021
De leden van de Partij voor de Dieren hebben met belangstelling kennis genomen van de Commissiemededeling handelsbeleid en het bijpassende BNC fiche. Ze hebben naar aanleiding hiervan de volgende vragen.
Ruim voor de Covid-19 pandemie hebben deskundigen gewaarschuwd voor de risico’s van een zoönose-pandemie en gewezen op de toenemende kans daarop als gevolg van onder meer wereldwijde agro-food netwerken en de groei van de intercontinentale handel en het intercontinentale personenverkeer[1]. Deze leden zien dit onderwerp niet als zodanig geadresseerd in de Commissiemededeling en het BNC fiche en vragen om een toelichting door de Commissie en het kabinet. Hoe kan tegen deze achtergrond een handelsbeleid dat open en assertief is tevens duurzaam zijn?
Wel noemt het BNC fiche dat Covid-19 afhankelijkheden en kwetsbaarheden in mondiale waardeketens zichtbaarder heeft gemaakt. Doelt het kabinet hierbij op beschermingsmiddelen en vaccins? Is het kabinet het met deze leden eens dat voorkomen beter is dan genezen, ook als het gaat om zoönose-pandemieën? Zo ja, op welke wijze draagt het voorgestelde handelsbeleid bij aan het voorkomen van zoönosen en de verspreiding daarvan?
De Commissie stelt dat bij een ongekende stijging van de vraag, zoals het geval was bij de mondmaskers, open handel essentieel was. Was en is dat niet second-best, en ware het niet beter geweest, en is dat een les voor de toekomst, om zelf als EU en Nederland voorbereid te zijn op een pandemie? Hoe kijkt het kabinet aan tegen de rol van de EU sinds het uitbreken van de pandemie, met name wat betreft het ontbreken van gecoördineerd beleid?
Het kabinet benadrukt dat de EU in staat moet zijn haar eigen publieke belangen, inclusief de beschikbaarheid van essentiële goederen en diensten, te borgen. Deze leden vragen het kabinet welke goederen en diensten het essentieel acht, en aan welke andere publieke belangen het denkt. Valt onder die laatste ook de publieke gezondheid, en zo ja, hoe denkt het kabinet die te borgen in de context van een assertief handelsbeleid?
Het kabinet verwelkomt het plan van de Commissie om voor handelsakkoorden afspraken te maken over duurzame voedselsystemen en inzetten op ambitieuze afspraken op gebieden als dierenwelzijn, pesticiden en resistentie tegen antibiotica. Deze leden vragen of het kabinet van mening is dat de EU en Nederland ook zelfstandig en eenzijdig, dat wil zeggen los van handelsakkoorden, de verantwoordelijkheid hebben om op deze gebieden een bijdrage te leveren? Zo ja, hoe waardeert het kabinet tegen deze achtergrond de continuering van de promotie van zuivel en vlees met EU-geld?
Volgens de evaluatie van het EU beleid op het gebied van agrofoodpromotie[2] had de EU in de periode 2016-2019 een bedrag van 21 miljoen euro geoormerkt voor de promotie van plantaardige producten en een bedrag van 57,6 miljoen euro voor de promotie van vlees en zuivel. Moeten Nederland en de EU volgens het kabinet gaan inzetten op de afschaffing van het bijdragen aan de promotie van vlees en zuivel gezien de geschetste ambities voor de handelsakkoorden?
De Commissie stelt dat in vele delen van de wereld een ernstig tekort is aan fatsoenlijk werk. Hoe kijkt zij en hoe kijkt het kabinet in dit kader aan tegen de arbeidsomstandigheden bij het delven van mineralen voor de energietransitie?
De Commissie bepleit een assertief handelsbeleid voor een sterker Europa in de wereld en geeft op de relatieve economische positie van Europa nu en in 2050. Hoe zien deze cijfers er uit (bbp) per hoofd van de bevolking in de werelddelen?
De leden van de PvdD zien uit naar de beantwoording van deze vragen.
[1] Zie voor een overzicht en bronnen https://esb.nu/esb/20062395/wa...
Interessant voor jou
Vragen van Prast (PvdD) over Wetsvoorstel betaald ouderschapsverlof
Lees verderVragen van Prast over het Rapport van de Commissie Draagkracht
Lees verder