Vragen van Koffeman (PvdD) over Zesde Voort­gangs­rap­portage Natuur


Indiendatum: nov. 2020


De Partij voor de Dieren (PvdD) heeft met belangstelling kennisgenomen van de zesde voortgangsrapportage Natuur. “Hoewel onze inspanningen zichtbaar positieve effecten opleveren in natuurgebieden, gaat het met de algehele natuurkwaliteit in Nederland nog niet goed. De trend van soorten in natuurgebieden stabiliseert maar in de stad en het agrarisch gebied is nog steeds sprake van een afname”, zo lezen de leden in de inleiding.

De leden hebben de volgende vragen.

In Nederland stoten we veel meer stikstofverbindingen uit dan de natuur kan verdragen. Maar liefst 41% van de stikstofneerslag op de beschermde natuur is afkomstig uit de Nederlandse landbouwsector. De opzichtige manier waarop het kabinet noodzakelijk ingrijpen voor zich uitschuift, is voor de leden van de fractie niet te tolereren. De minister heeft onlangs een nieuwe wet naar de Tweede Kamer gestuurd, waarin de stikstofuitstoot tussen nu en 2030 met 26% verminderd moet worden. Op die manier moet in de helft van de stikstofgevoelige hectares de norm niet meer worden overschreden. Het gaat daarbij echter niet om natuurgebieden in hun geheel, maar om kleine stukjes, die opgeteld de helft van het totaal vormen. Uit een situatieschets die het RIVM heeft gemaakt, blijkt dat de Veluwe ook dan overbelast is door stikstof. In enkele natuurgebieden in Brabant en in Overijssel worden de kritische normen voor stikstof in 2030 zelfs nog fors overschreden.

1. Hoe verhoudt zich deze nieuwe stikstofwet tot de plannen in deze Zesde Natuurrapportage? Op pagina 30 van de voortgangsrapportage lezen wij immers dat “het Kabinet in haar Kamerbrief d.d. 24 april [heeft] aangegeven dat als onderdeel van de structurele aanpak stikstof ook gewerkt wordt aan herstel van natuur.” Waarom legt de regering de nadruk op hectares en niet op het beschermen van de meest gevoelige natuurgebieden? Vooral aangezien daar het biodiversiteitsverlies het grootst is? Waarom kiest het kabinet weer niet voor inperking van het aantal gehouden dieren?

Het gaat niet goed met de haas en het konijn in Nederland. De diersoorten zijn toegevoegd aan de Rode Lijst van bedreigde zoogdieren (door het ministerie van LNV gepubliceerd op 3 november). Volgens de Zoogdiervereniging zijn de populaties hazen en konijnen sinds de jaren 50 met meer dan 60 procent afgenomen.

2. Is het juist dat de jacht op de haas en het konijn gewoon door mag blijven gaan, omdat deze bedreigde soorten nog steeds op de lijst van vrij bejaagbare soorten staan?

3. Bent u bereid de haas en het konijn met spoed van de lijst met vrij bejaagbare soorten te halen? En zo nee, waarom niet?

4. Wat gaat u doen om de haas en het konijn zodanig te beschermen dat ze weer van de Rode Lijst af kunnen?

Uit de nieuwe lijst blijkt dat vooral zoogdieren in agrarisch gebied het moeilijk hebben: Elf van de zestien meest bedreigde soorten in Nederland leven in dit gebied. “De meest bedreigde soorten eikelmuis, hamster en hazelmuis weten dankzij beschermingsmaatregelen nog net te overleven tussen de monotone akkers. Voor herstel van deze soorten zijn meer inspanningen nodig. Een transitie in het agrarisch gebied is noodzakelijk”, aldus de Zoogdiervereniging.

5. Hoe ziet de minister die transitie voor zich wanneer krimp van het aantal gehouden dieren niet in haar plannen voorkomt? En hoe kan de biodiversiteit in monotone akkers zich herstellen wanneer Nederland jaar na jaar derogatie aanvraagt (en krijgt) voor het overschrijden van mestoverschotten?

6. Staatsbosbeheer mag 118 koninkpaarden in de Oostvaardersplassen afvoeren naar het slachthuis. Volgens het beheerplan van de provincie Flevoland is er slechts plaats voor 300 paarden, 300 heckrunderen en 500 edelherten in het natuurgebied. Op dit moment zijn dit er respectievelijk 420, 340 en 2400. De leden van de Eerste Kamerfractie van de Partij voor de Dieren vinden het onacceptabel dat de Provincie Flevoland het afschieten van ‘boventallige’ dieren ziet als enige oplossing om de stand van de dieren gezond te houden. De leden willen dat het Rijk de verantwoordelijkheid voor de Oostvaardersplassen overneemt. De leden willen bovendien dat de Oostvaardersplassen zo snel mogelijk worden verbonden met andere natuurgebieden. Hoe gaat de minister dat faciliteren?

7. Gaat de minister zorgen voor striktere handhaving op natuurvergunningen om schadelijke uitstoot van industrie, wegenbouw en megastallen te beperken? Dat geldt ook voor bedrijven die niet beschikken over de juiste natuurvergunningen en waar de overheid tot dusver oogluikend toekijkt, zoals bij Schiphol, Lelystad Airport en veel biomassacentrales?

8. Is het waar dat in het leefgebied van wettelijk beschermde soorten als de wolf nog steeds gejaagd wordt en in de nachtelijke uren laagvliegoefeningen met helicopters worden gehouden door defensie? Zo ja, hoe verhoudt zich dit met de beschermingsregimes zoals omschreven in de wet natuurbescherming en de conventie van Bern? Is het kabinet bereid het leefgebied van de wolf jachtvrij te maken en gevrijwaard van nachtelijke oefenvluchten van defensie? Zo nee, waarom niet?