Vragen van Koffeman (PvdD) over Europese noodverordening versnelde inzet hernieuwbare energie
Indiendatum: 11 jan. 2023
Vraag:
De leden van de fractie van de PvdD lezen in uw brief van 2 december 2022 dat om de Europese noodverordening om de energietransitie te versnellen, een lichtere toets op de Vogel- en Habitatrichtlijn moet komen.
Echter hangen de klimaat- en biodiversiteitscrisis ten nauwste samen, aldus deze leden. Zij vragen of u bereid bent om zich te verzetten tegen de lichtere toets op de Vogel- en Habitatrichtlijn?
Antwoord:
Het kabinet zoekt in Europa, met andere lidstaten, naar een oplossing die de energietransitie en natuurbescherming dient. Dat vraagt aanvullingen en aanpassingen op de huidige Vogel- en habitatrichtlijn, waar RepowerEU (momenteel verwerkt in de herziene Richtlijn Hernieuwbare Energie, ook wel RED3) en de genoemde noodverordening een uitwerking van zijn. Het kabinet steunt dit voorstel voor een lichtere toets, omdat dit versnelde uitrol van energietransitieprojecten mogelijk maakt zonder structurele verslechtering van natuurinstandhouding. Voor de implementatie van de noodverordening en RED3 op dit gebied werk ik samen met de Minister voor Natuur en Stikstof uit.
Vraag:
De leden van de PvdD-fractie stellen dat er 9,5 miljard euro aan subsidies voor houtige biomassa worden verstrekt tot en met 2032. De fraude met duurzaamheidscertificering van biomassa is echter aanzienlijk, aldus deze leden. Hoe gaat u er zorg voor dragen dat subsidies voor biomassa die nog uitgekeerd gaan worden, niet terecht gaan komen bij partijen die sjoemelen met duurzaamheidscertificering
Antwoord:
Voor het kabinet geldt dat alleen duurzame biogrondstoffen kunnen bijdragen aan een klimaatneutrale en circulaire samenleving. Dit wordt onderschreven door rapporten van het IPCC, het Planbureau voor de Leefomgeving en de SER. Deze kunnen in Nederland alleen als duurzaam worden gerekend wanneer deze voldoen aan strenge eisen, zoals is geregeld onder het systeem van certificering. Om de duurzaamheid te borgen van de biogrondstoffen die in Nederland worden ingezet voor energie, wordt een onafhankelijke controle van de duurzaamheid vereist. Hiervoor zijn certificatieschema’s getoetst en goedgekeurd, die in staat zijn om onze duurzaamheidseisen te borgen. In de praktijk komt een onafhankelijke verificateur de duurzaamheid controleren. De verificateurs staan op hun beurt weer onder toezicht van een accreditatieinstelling. Deze accreditatieinstellingen controleren bij de verificateurs of zij onafhankelijk en correct beoordelen dat de biogrondstoffen aan de eisen voldoen. Tot slot voert de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) inspecties uit om te kijken of al deze partijen hun rol op een juiste manier hebben vervuld. Op deze manier zijn er veel lagen van onafhankelijke beoordeling en controle in de ketens. Het kabinet neemt mogelijke misstanden in dit systeem serieus. Zo heeft het kabinet in 2021 naar aanleiding van signalen van misstanden bij het oogsten van biogrondstoffen uit Estland een onafhankelijk onderzoek ingesteld door de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). De NEa heeft toen vastgesteld dat eventuele tekortkomingen afdoende zijn onderzocht door de certificeerder en dat er geen aanwijzingen zijn dat in Estland bos structureel niet duurzaam beheerd wordt. Bij incidentele misstanden werd dit bij de juiste instanties opgepakt, en werden deze misstanden opgelost zodat ze in de toekomst niet meer zouden hoeven voorkomen. Het kabinet heeft er zodoende vertrouwen in dat het systeem van certificering naar behoren werkt en dat hiermee de duurzaamheid van biogrondstoffen goed geborgd wordt. Ontwikkelingen en signalen over misstanden worden echter altijd serieus genomen.
Vraag:
Tot slot constateren deze leden dat voor het behalen van de klimaatdoelen het belangrijk is om de energietransitie te versnellen. Fossiele subsidies vertragen de energietransitie ernstig. Deze leden vernemen graag welke manieren u voor ogen heeft om de fossiele subsidies af te bouwen?
Antwoord
Het kabinet is voorstander van het uitfaseren van bepalingen waar fossiele processen voordeel van hebben, aangezien deze niet in lijn zijn met de ambitie om vervuilende activiteiten te beprijzen. In het coalitieakkoord worden daarom een aantal uitzonderingen in de sfeer van de energiebelasting afgeschaft. Het gaat daarbij om het schrappen van de vrijstelling voor mineralogische en metallurgische processen ten aanzien van de heffing van aardgas, de vrijstelling voor metallurgische processen ten aanzien van de heffing van elektriciteit, het afschaffen van het verlaagde belastingtarief voor de sector glastuinbouw op aardgas, en de beperking van de vrijstelling van aardgasheffing voor de opwekking van warmte en elektriciteit in zogenoemde warmtekrachtinstallaties (WKK). Dit is een eerste stap. Daarnaast zet het kabinet in op vervolgstappen, bij voorkeur in Europees verband omdat dit het meest effectief is. Nederland zet daarom bij de onderhandelingen over de herziening van de Richtlijn energiebelastingen in het kader van het Fit for 55-pakket in op afschaffing van fossiele vrijstellingen.
Indiendatum:
11 jan. 2023
Antwoorddatum: 13 mrt. 2023
Interessant voor jou
Nadere vragen Prast over tijdelijke liberalisering handelsmarkt EU - Oekraine
Lees verderSchriftelijk overleg over conceptbesluit Gemengd Comité investeringshoofdstuk CETA
Lees verder