Vragen Koffeman (PvdD) over pilot eiwitarm veevoer


Wat betekent deze pilot voor de gezondheid van het vee?

Indiendatum: 27 jun. 2023


Uitkomsten pilot eiwitarm veevoer

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren danken de minister voor zijn brief met daarin de uitkomsten van de pilot eiwitarm veevoer (2022-2023, 35 600 AF). De leden hebben daarover de volgende vragen:

  1. In de praktijkpilot Koe en Eiwit proberen 153 melkveehouders, samen met hun hun vaste voeradviseurs en 48 begeleiders het ruweiwitgehalte in het melkveevoerrantsoen te verlagen naar 155 gram RE/kg droge stof. Het eerste volledige jaar is inmiddels afgerond. Het gemiddelde RE-gehalte van de deelnemers is in 2022 uitgekomen op 158 gram RE/kg ds, “een daling van 4 gram ten opzichte van de startpositie in 2021”, aldus de minister in zijn brief (p.2). “Bijna een kwart van de deelnemende veehouders heeft het doel van 155 gr RE/kg ds al gerealiseerd, terwijl bijna driekwart van de deelnemers er vertrouwen in heeft dat het doel haalbaar is.”
    Is bekend hoe hoog de stikstofemissie en/of stikstofdepositie van de deelnemende veehouderijen was bij aanvang van de pilot? En wanneer kan de pilot als succesvol worden beschouwd in termen van afgenomen stikstofemissie/depositie? Het verminderen van het eiwitgehalte naar 155 gram is immers geen doel op zich, maar dient in relatie te worden gezien tot de verminderen van de ammoniak die vrijkomt bij het vee. Hoe en door wie wordt dit gemeten? Vinden die metingen alleen plaats in de stal of ook in de wei?
  2. De Partij voor de Dieren maakt zich zorgen over de gevolgen van het aangepaste voer voor het welzijn en de gezondheid van de koe. De minister schrijft in zijn brief dat “20 deelnemers onder begeleiding van vijf dierenartsen gedurende twee jaar de gezondheid van hun melkgevende koeien, droogstaande koeien, kalveren en jongvee [monitoren]. Bij alle diergroepen en elk individueel dier worden alle gezondheidsafwijkingen en behandelingen bijgehouden, inclusief de reden.” (p.2) Toch zijn pas na afloop van de monitorperiode conclusies te trekken over een mogelijk effect van verlagen van het ruweiwitgehalte op de diergezondheid, aldus de minister. Betekent dit dat pas in 2026 – na afloop van de pilot in 2025 - de eerste conclusies daaromtrent getrokken zullen worden? Acht de minister 20 deelnemers voldoende representatief voor het doorvoeren van de maatregel in de hele veehouderij? Hoe is de verhouding biologisch en niet-biologisch binnen de 153 deelnemers? En binnen de 20 deelnemers die onder begeleiding van dierenartsen de gezondheid van hun dieren monitoren? Worden die resultaten gesplitst? Mochten er signalen binnenkomen bij de minister dat de koeien – op wat voor manier dan ook – lijden onder de maatregelen, is de minister dan bereid om de pilot af te breken? Of anderszins in te grijpen? Ziet de minister de proef als een dierproef en voldoet die aan de daarvoor geldende normen, inclusief ethische weging?
  3. Blijft de melkproductie per koe gemiddeld genomen per bedrijf gelijk? Ook bij een verminderde hoeveelheid RE per kilogram ds? In hoeverre heeft de vermindering van het ruweiwitgehalte gevolgen voor het vet- en eiwitgehalte in de melk?
  4. Uit een peiling van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde bleek dat een ruime meerderheid van de Nederlandse dierenartsen de maatregel als een risico beschouwt voor de gezondheid van melkkoeien. Gevreesd wordt voor eiwittekorten: “De belangrijkste problemen die verwacht worden zijn: vervetting van de koeien in het einde van de lactatie, pensverzuring en transitieproblemen zoals slepende melkziekte. In zijn algemeenheid leiden eiwittekorten tot verminderde weerstand en vruchtbaarheid.” (NRC, 14 juli 2020, Veevoer moet anders, maar ‘maatwerk ontbreekt’). Hoeveel en welke gezondheidsklachten acht de minister acceptabel?
  5. De minister beoogt een verlaging van het ruweiwitgehalte naar maximaal 160 gram RE kg/ds in te voeren in 2025. Hoeveel kiloton stikstofwinst verwacht de minister hiermee te behalen? Hoeveel stikstofwinst is noodzakelijk om de woningmarkt van het slot te halen (i.e. het oorspronkelijke doel van deze maatregel)?
  6. Welke mate van niet-naleving van de maatregel door melkveehouders verwacht de minister? Is de minister voornemens extra handhavingscapaciteit/controle vrij te maken om de kans op niet-naleving te verkleinen? Wordt daarbij ook gecontroleerd op het compenseren van ruw eiwit door extra krachtvoer?

Interessant voor jou

Vragen Nicolaï (PvdD) over de monitoringsrapportage online kansspelen voorjaar 2023

Lees verder

Vragen Nicolai (PvdD) over voortgang aanpak piekbelasters

Lees verder

    Learn More Doneer