Nadere vragen Nicolaï (PvdD) over verspreiden van desin­for­matie


Indiendatum: 14 feb. 2023

Vragen van de leden van de fractie van de PvdD n.a.v. de brief van de bewindslieden van BZK dd 23 december 2022 over verspreiding van desinformatie

Vraag 1

In uw brief stelt u voorop dat het “bestempelen van desinformatie als zodanig en factchecken primair geen taak is van overheden”. U vervolgt dan: “Wanneer de nationale veiligheid, volksgezondheid, maatschappelijke en/of economische stabiliteit in het geding is, kan de overheid wel optreden en desinformatie tegenspreken”.

Kunt u een overzicht geven van overheidshandelen die op tegenspreken is gericht, dat op elk van die terreinen de laatste drie jaar heeft plaatsgevonden?

Vraag 2

In uw brief wordt opgemerkt: “Daarnaast kan desinformatie over ziekte of remedies een risico vormen voor de volksgezondheid. Zo gingen er over corona mis- en desinformatie narratieven rond, onder andere over de oorzaak van het virus, mogelijke remedies en over de maatregelen en intenties van de overheid, met als risico dat de bestrijding van de pandemie werd ondermijnd.”

Hoe is deze desinformatie bestreden?

Vraag 3

In uw brief wordt opgemerkt: “Daarnaast wijzen de AIVD en de NCTV op de risico’s van bepaalde complottheorieën”.

Wordt van overheidswege gemonitord of via sociale media een complottheorie verspreid wordt?

Vraag 4

Wie beoordeelt of een complottheorie een bedreiging vormt voor de democratische rechtsstaat en/of een maatschappelijk ontwrichtende werking heeft?

Vraag 5

Als wordt geoordeeld dat dat het geval is, welke overheidsinstanties hebben dan bevoegdheden en taken om de als desinformatie aangemerkte complottheorie tegen te spreken en op welke wijze zal dat volgens de bewindslieden dienen te geschieden?

Vraag 6

In welke gevallen behoort het tot de bevoegdheden en taken van de veilgheids- en inlichtingendiensten om desinformatie te bestrijden? Zijn die diensten daarvoor voldoende uitgerust?

Vraag 7

In uw brief wordt gewezen op groepen die nepaccounts aanmaakten om desinformatie te verspreiden.

Is het aanmaken van een nepaccount met dat doel strafbaar? Op welke wijze kan dat aanmaken van nepaccounts worden voorkomen?

Vraag 8

In uw brief acht u van belang dat burgers mediawijs worden gemaakt zodat zij zelf desinformatie kunnen herkennen. U zegt dat burgers informatie en tips over desinformatie en over nepnieuws kunnen vinden op crisis.nl. Bij de zoekterm ‘desinformatie’ en de zoekterm ‘nepnieuws’ worden geen resultaten gemeld.

Wat is uw oordeel daarover?

Vraag 9

Blijkens uw brief acht u het van belang dat de site www.isdatechtzo.nl wordt gepromoot. Heeft u onderzocht welke groep in de samenleving gevoelig is voor complottheorieën? Deelt u de mening van de leden van de PvdD dat het taalgebruik en de intellectuele benadering die op die site wordt gehanteerd niet zal aansluiten bij groepen in de samenleving die zich door desinformatie laten leiden? Hoe oordeelt u in dat verband bijvoorbeeld over de ‘tips’ op de betreffende site die te vinden zijn in: “Praten met vrienden of familie die in complottheorieën geloven? 5 tips voor een goed gesprek.”

Vraag 10

U schrijft: “Ook bibliotheken, musea en andere maatschappelijke organisaties ondernemen activiteiten o mensen bewuster te maken van het werken en het herkennen van desinformatie”. Op grond van welke informatie meent u dat de belangrijkste groepen in de samenleving die gevoelig zijn voor desinformatie en complottheorieën langs die weg bereikt zullen kunnen worden?

Vraag 11

Is u bekend met de website https://www.geefboerentoekomst... ? Is u ervan op de hoogte dat de initiatiefnemers achter deze website o.a. agrarische belangengroepen en bedrijven zijn als ZLTO, Voergroep Zuid, LTO Noord en Trouw Nutrition en De Heus?

Vraag 12

Deelt u het oordeel van de leden dat via deze alternatieve kieswijzer misleidende stemadviezen tegen een achtergrond van onware stellingen worden gegeven en

dat hier sprake is van het bewust verspreiden van desinformatie om de uitslag van de verkiezingen te beïnvloeden , ten gunste van de in de vorige vraag genoemde agrarische belangengroepen en bedrijven? Kunt u daarbij de vragen betrekken hoeveel procent van het in Nederland geconsumeerde voedsel een herkomst heeft die buiten Nederland ligt en hoeveel procent van in Nederland geproduceerde landbouwproducten geëxporteerd wordt en in hoeverre dus van bewuste misleiding sprake is?

Vraag 13

Hoe verwacht u dat kiezers moeten herkennen dat de informatie die op deze website wordt gepresenteerd niet objectief is, maar gekleurd en goeddeels onwaar en afkomstig van financieel belanghebbenden? Hoe verhouden de door u in de brief voorgestelde maatregelen zich daartoe?

Interessant voor jou

Nadere vragen Nicolaï (PvdD) over stikstofproblematiek

Lees verder

Nadere vragen Koffeman (PvdD) over registratie onverdoofd geslachte dieren

Lees verder

    Learn More Doneer