Bijdrage Prast (PvdD) beleidsdebat extra-budgettaire financiering van fondsen
Hoe wordt het belastinggeld verantwoord en besteed?
“De klimaatcrisis aanpakken én eraan verdienen”, aldus de minister van Financiën in een paginagrote advertentie kort voor de verkiezingen. Stel dat ze gezegd had “De Oekraïne oorlog aanpakken én eraan verdienen”. Of “De georganiseerde misdaad aanpakken én er aan verdienen”. Ik vermoed dat velen, zo niet allen, in deze Kamer daar moeite mee zouden hebben. Neemt de minister, neemt het kabinet de klimaatcrisis eigenlijk wel serieus? Het is weliswaar geen militaire oorlog, maar de opwarming van de aarde wordt door het overgrote deel van alle klimaatwetenschappers op aarde wel gezien als de grootste vijand van het huidige én toekomstige leven op aarde. Niet voor niets buigt het Europese Hof zich over de vraag of falend klimaatbeleid een schending van de mensenrechten is. Volgens de Partij voor de Dieren moet ecocide strafbaar gesteld worden, we hebben daartoe in de Tweede Kamer eind 2020 een initiatiefnota ingediend, en onze woordvoerder daar, Lammert van Raan, verwacht nog voor de zomer met een initiatief-wetsontwerp te komen. De Belgische regering heeft afgelopen najaar een akkoord bereikt over het opnemen van ecocide als misdrijf in het Wetboek van strafrecht. Daarmee was België het twaalfde land dat ecocide als misdrijf erkent.
Het kabinet, en ook deze minister, hebben het graag over Nederland als koploper – maar vooral als het gaat om geld verdienen, als echo van de VOC-mentaliteit. Bij ecocide strafbaarstelling zit een koploperpositie er niet meer in, en Nederland zit nog niet eens in het peloton. Hoe staat het kabinet, dat miljarden wil steken in wat het een verantwoorde toekomst noemt, hier in? Wat heb je aan geld als de ijskap smelt?
We hebben het vandaag over het woud aan fondsen, hun besteding van belastinggeld, hun governance en de verantwoording aan de samenleving. Het gaat om revolverende fondsen, zoals Invest Nl, en begrotingsfondsen, zoals het Nationaal Groeifonds. De Algemene Rekenkamer publiceerde in 2019 al kritisch over de revolverende fondsen en kwam in december jongstleden met de aanbeveling om een specifiek toetsingskader voor revolverende fondsen op te stellen omdat bestaande kaders onvoldoende zekerheid bieden voor een goede inzet van het belastinggeld. In mijn woorden houdt dit advies van de Rekenkamer in: er wordt onzorgvuldig en verspillend met belastinggeld omgegaan. De ministers legden dit advies naast zich neer. Naar aanleiding van het regeerakkoord en de daarin aangekondigde begrotingsfondsen schreef de Rekenkamer “Het beleid en de daarbij behorende publieke middelen dienen navolgbaar en toetsbaar te zijn”.
Dat is zo vanzelfsprekend dat het feit dat de Algemene Rekenkamer het nodig vond dit te expliciteren boekdelen spreekt, en op te vatten is als een waarschuwing. Neemt de minister die waarschuwing serieus, of legt ze die naast zich neer? Graag een reactie.
Bij zowel begrotings- als revolverende fondsen gaat het om publiek geld. En het mag niet zo zijn dat het kabinet het succes afmeet aan de hoeveelheid die erin is gestopt. Het gaat om de output, in termen van het bereiken van doelen onder respectering van de randvoorwaarden. Is de minister dat met mijn fractie eens? Graag een reactie!
Voorzitter,
Er zijn vanuit democratisch en governance oogpunt wel wat vragen te stellen bij het committeren via fondsen. Een integrale afweging van de besteding van belastinggeld door het parlement heeft in beginsel de voorkeur. Daar zijn enkele collega’s al op ingegaan. Maar belastinggeld voor meerdere jaren toewijzen om de kans te vergroten dat onze kinderen, kleinkinderen en hun nazaten óók een leven hebben, daar is veel voor te zeggen. In de Tweede Kamer kwamen Odysseus en de Sirenen al langs. Maar de zelfbinding is blijkbaar niet zo sterk, want er zijn inmiddels al enkele grepen uit het Groeifonds gedaan om korte termijn extraatjes te financieren.
Ik breng daarom kerkvader Augustinus in herinnering: “God geef me kuisheid, maar nu nog even niet”.
Als we belastinggeld committeren aan fondsen moet wel heel duidelijk zijn welke doelen ermee gediend worden, dat die doelen het oormerken van gemeenschapsgeld rechtvaardigen, dat het belastinggeld inderdaad daarvoor wordt ingezet, en dat dit doelmatig en zonder verspilling gebeurt. We moeten bijvoorbeeld kunnen uitsluiten dat uitgaven ten onrechte onder een duurzaamheidsvlag worden gebracht. Een geloofwaardige overheid moet het goede voorbeeld geven, ook omdat de burger, de kiezer, anders het vertrouwen in de instituties volledig kwijtraakt, en zich misschien zelfs gaat afvragen waarom hij zich zélf duurzaam en eerlijk zou gedragen. Het kabinet hamert bij de burger op het belang van goed met geld omgaan, geeft belastinggeld uit aan financiële educatie waarvan trouwens vaststaat dat die vrij zinloos is of zelfs een averechts effect heeft, maar geeft zelf het slechte voorbeeld.
De Algemene Rekenkamer komt ook met een oordeel over de klimaatuitgaven van dit kabinet en ik kwalificeer dat als snoeihard. Enkele conclusies uit de publicatie Inzicht in uitgaven klimaatbeleid van januari jongstleden:
-Het parlement krijgt geen eenduidig en compleet beeld van de betrokken ministers.
-Definities van wat onder klimaatbeleid valt, ontbreken.
-Ministers rapporteren uiteenlopende bedragen over klimaatmaatregelen.
-Bepaalde uitgaven die via fondsen en staatsbedrijven worden uitgegeven zijn niet opgenomen in de klimaatnota.
En dan gaat het hier nog alleen maar om verantwoording van het gemakkelijkste wat er is: publiek geld uitgeven. De Europese Commissie, die nieuwe regels heeft aangekondigd om groenwassen door bedrijven tegen te gaan, is volgens de Europese Rekenkamer zélf schuldig aan het groenwassen van EU-uitgaven. Hoe kunnen wij als parlement beoordelen of het kabinet al dan niet aan het groenwassen is als het zo’n puinhoop is, zoals onze eigen Rekenkamer suggereert?
Waar het uiteindelijk om draait is niet zozeer wat je erin stopt, maar wat dat oplevert. Welk maatschappelijk doel wordt ermee gerealiseerd? En is dat doelmatig en niet-verspillend gebeurd? Zijn de ministers het ermee eens dat het hierom draait? En vinden zij met de Partij voor de Dieren dat wij als parlement en de burgers recht hebben op eerlijke informatie? Graag een reactie!
De toekomst is al begonnen- denk aan de nadelige gevolgen van klimaatverandering die we nu al ondervinden. Die treffen mensen in minder welvarende streken nog eens extra. Overstromingen, droogte, honger. Migratiestromen van mensen die hun land liever niet verlaten, maar wel zullen moeten om te overleven. Het IPCC waarschuwde recent dat het echt vijf voor twaalf is. De speciale adviescommissie over het klimaat onder leiding van Laura van Geest kwam onlangs met concrete adviezen aan het kabinet. Die waren heel herkenbaar voor mijn fractie – de Partij voor de Dieren vraagt daar al vanaf de oprichting van de partij om, als roepende in de oprukkende woestijn. Hogere belasting op vlees en zuivel. Fabrieken moeten meer betalen voor hun CO2-uitstoot. Het mes moet in de veestapel. Een ongemakkelijke waarheid waarvan nog steeds wordt weggekeken.
Voorzitter,
ik ga in de rest van mijn betoog nader in op een van de begrotingsfondsen, namelijk het Nationaal Groeifonds, en een van de revolverende fondsen, namelijk Invest nl.
Groei veroorzaakt volgens deskundigen hoe dan ook vervuiling en uitputting van de aarde. Duurzame groei bestaat niet op een aarde die niet meegroeit.
Het kabinet is wat dit betreft helaas minder realistisch en legt de conclusies van het Europees Milieu Agentschap over de ontkoppelingsmythe naast zich neer. Daar kunnen we over in discussie gaan, maar dat hebben we eerder gedaan, bijvoorbeeld tijdens het debat over het Nationaal Groeifonds, en daar komen we niet uit want het kabinet blijft wensdenken. Wat de minister van Economische Zaken en Klimaatbeleid in dat debat wél heeft bevestigd, na een vraag van mijn fractie, is dat er voor bestedingen uit dit fonds de voorwaarde van duurzaamheid geldt. Die uitspraak van de minister is belangrijk, want de woorden “met het oog op duurzaamheid” die in de Memorie van Antwoord staan waren op verschillende manieren te interpreteren. Dankzij deze bevestiging van de minister tijdens het debat weten we dat bijdragen aan duurzaamheid een voorwaarde is voor de toekenning van middelen uit het Nationaal Groeifonds. Maar weet de Adviescommissie Nationaal Groeifonds dat ook? Uit de technische briefing van de commissie aan de Tweede Kamer verleden maand bleek van niet. De voorzitter van deze commissie zei daarin dat de commissie weliswaar een puntenweging heeft van verschillende maatschappelijke effecten, maar dat die alleen van invloed zijn op de rangorde, en dat de vergroting van het verdienvermogen de doorslag geeft. En op de website van het Fonds blijkt dat de meetlat waarlangs de Adviescommissie aanvragen van het Nationaal Groeifonds legt, geen duurzaamheidscriterium bevat.
Kan de minister toezeggen dat ze de adviescommissie erop zal wijzen dat duurzaamheid een voorwaarde is voor het mogen toekennen van middelen uit het fonds, en een afschrift van die brief aan de Kamer sturen? Graag een reactie.
Ik blijf nog even bij die adviescommissie, die eigenlijk geen adviescommissie maar een selectiecommissie is. Het is wat ongemakkelijk te praten over een Adviescommissie als de leden daarvan al bekend zijn, want dan lijkt het alsof het over hen persoonlijk gaat. Maar het gaat mij niet om de personen, maar om de rollen. Het kabinet neemt, een eventuele grote uitzondering daargelaten, het advies van de commissie integraal over. Dat betekent dat die commissie over 20 miljard aan belastinggeld mag besluiten. Desondanks hebben we geen profielschets voor individuele leden en de commissie te zien gekregen. De minister van EZK onderbouwde dit door op een vraag van mijn fractie te antwoorden dat een profielschets niet gebruikelijk is. Een Nationaal Groeifonds dat 5 miljard per jaar mag uitgeven is óók niet gebruikelijk. Maar los daarvan worden voor leden van Adviescolleges gewoonlijk wel degelijk vacatures met profielschets geplaatst. Uitzonderingen daargelaten is de minister daar zelfs toe verplicht. Waarom is dat hier niet gebeurd? Graag een reactie.
Het voorkomen van belangenverstrengeling en de schijn daarvan is extra belangrijk nu het gaat om zoveel gemeenschapsgeld dat wordt uitgegeven aan wetenschap en bedrijfsleven in Nederland en er in de adviescommissie wetenschappers en mensen uit het Nederlandse bedrijfsleven zitten. Zou het niet de voorkeur verdienen om betrokken deskundigen een eerste selectie te laten maken op basis van de criteria kansrijk en uitvoerbaar, waarna een democratisch orgaan een rangorde en definitieve selectie maakt? Graag een reactie.
De adviescommissie heeft zelf een reglement gemaakt om belangenverstrengeling en de schijn daarvan te vermijden. Daar heeft collega Nicolaï al de nodige vraagtekens bij geplaatst tijdens het Groeifonds debat – waarom wordt dat niet democratisch geregeld – en het reglement is wat mij betreft niet erg duidelijk. Verder is de beraadslaging door de commissie niet publiek. Klopt het dat verslagen direct naar het Archief van EZ gaan? We weten dat mensen zich onbewust in hun oordeel laten leiden door vooringenomenheid en self serving bias. Zouden we de vergaderingen van de commissie niet online beschikbaar moeten maken, net zoals onze beraadslaging dat is, en de verslagen openbaar? Het gaat immers om veel, heel veel belastinggeld. Graag een reactie.
Het Nationaal Groeifonds subsidieert onder andere technologie, waaronder batterijtechnologie. Ook Invest nl, waar ik zo nog op inga, steekt geld in bedrijven die batterijen gebruiken in hun producten. In het debat over de oprichting van Invest International, een ander fonds, nam de Kamer een motie aan die de regering verzocht om ervoor zorg te dragen dat Invest International uitsluitend projecten en activiteiten ondersteunt waarvan onomstotelijk vaststaat dat ze geen gebruik zullen maken van kobalt dat is gedolven in Kongo. Geldt deze uitsluitingsgrond ook voor subsidies uit het Nationaal Groeifonds en investeringen door Invest nl? Graag een reactie van de ministers.
Daarmee ben ik aangeland bij Invest nl. De minister van Financiën schrijft in haar brief over samenhang en voortgang fondsen uit juni 2022 dat er wordt bezien of gemengde financiering door Invest Nl en het Nationaal Groeifonds mogelijk is. Zij voegt daaraan toe dat deze cofinanciering een herijking zou vergen van enkele uitgangspunten die zijn opgenomen in toelichting bij de Machtigingswet oprichting Invest nl. Hoe staat het hiermee? Welke betrokkenheid krijgen beide kamers bij een dergelijke herijking? Zowel het Groeifonds als Invest Nl hebben geld gestopt in Leydenjar, en dat was vóór de genoemde brief van de minister uit juni 2022. Hoe verklaart de minister dit? Graag een reactie!
Voorzitter dit waren mijn vragen, ik zie uit naar de antwoorden.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bijdrage Nicolaï (PvdD) over invoering Omgevingswet
Lees verderBijdrage Prast (PvdD) Algemene Europese Beschouwingen 2023
Lees verder