Vragen van Nicolaï (PvdD) over CTIVD toezichts­rap­porten 77 en 78 over inzet van jour­na­listen als agent


Indiendatum: 24 sep. 2024

Vragen van de leden van de PvdD als inbreng op Brief van de ministers van BZK en van Defensie ter aanbieding van CTIVD toezichtsrapporten 77 en 78 over de inzet van journalisten als agent

Vraag 1

In het rapport CTIVD nr. 78 wordt het inzetten van journalisten als agent getoetst aan artikel 41, tweede lid, Wiv 2017.

Vraag 1a

Zien de leden het goed dat er twee overtredingen zijn geconstateerd:

  1. Het in meerdere operaties pas verlenen van toestemming nadat de periode van inzet al was gaan lopen.
  2. Het nalaten van een toestemmingsprocedure voor inzet als agent in gevallen dat journalisten eerst als informant waren ingezet en pas op een later moment als agent.

Vraag 1b

Klopt het dat de schending van artikel 41, tweede lid, Wiv 2017 in die gevallen als onrechtmatig moet worden aangemerkt?

Vraag 2

In het rapport CTIVD nr. 78 wordt geconcludeerd (pag. 9) dat in het merendeel van de onderzochte toestemmingsverzoeken niet is afgewogen of de inzet van de bevoegdheid proportioneel is ten opzichte van de inbreuk die de inzet van het middel maakt op de persoonlijke levenssfeer van subbronnen.

Deelt u het oordeel van de leden dat de handelwijze van de AIVD op dat punt in strijd is geweest met het bepaalde in de artikelen 18 en 26 Wiv 2017 en dus als onrechtmatig moet worden aangemerkt?

Vraag 3

In het rapport CTIVD nr. 78 is vastgesteld dat in een aantal gevallen journalisten in de beginfase en in één geval zelfs langere tijd zijn benaderd zonder dat ze wisten dat zij als agent werden ingezet. De CTIVD acht dit “ongewenst”.

Deelt u het oordeel van de leden dat het ‘unwitting’ laten van een journalist in strijd is met de Wiv 2017, in het bijzonder met het bepaalde in de artikelen 18, 23, sub c en 26 van die wet en dus als onrechtmatig dient te worden aangemerkt?

Vraag 4

Als de CTIVD een rapport uitbrengt, wordt dat aan de minister voorgelegd, die daar vervolgens op reageert.

Kunt u de reactie van de toenmalige minister op het rapport nr. 78 delen met de Kamer?

Vraag 5

Hoe oordeelt u over het feit dat in rapport nr. 78 handelingen zijn geconstateerd die als “onrechtmatig’ dienen te worden aangemerkt? Is de toenmalige directeur van de AIVD daarover terecht gewezen?

Interessant voor jou

Nadere schriftelijk inbreng Koffeman (PvdD) over biomassa

Lees verder

Nadere schriftelijke vragen Visseren-Hamakers (PvdD) over de wolf

Lees verder

    Learn More Doneer