Vragen Prast (PvdD) over herinvoering basisbeurs
Indiendatum: 28 mrt. 2023
Dit wetsvoorstel beoogt de basisbeurs opnieuw in te voeren en een grondslag te creëren voor een financiële tegemoetkoming voor wie tijdens het leenstelsel hebben gestudeerd.
De leden van de PvdD hebben over de herinvoering van de basisbeurs de volgende vragen.
Het wetsvoorstel maakt voor de hoogte van de basisbeurs onderscheid tussen thuiswonende (€110,30 per maand) en uitwonende (€274,90 per maand) studenten. De Memorie van Toelichting noemt dat volgens het Nibud thuiswonende studenten gemiddeld €533 en uitwonende studenten gemiddeld €1041 per maand uitgeven. Dit verschil van €508 wordt bij lange na niet goed gemaakt door het verschil in basisbeurs tussen uit- en thuiswonende studenten (€164,60).
Wat is de onderbouwing van dit verschil in financiële tegemoetkoming van uit- respectievelijk thuiswonende studenten? Hoe hard zijn de aannames over de verschillen tussen uit- en thuiswonende studenten, bijvoorbeeld in termen van hoeveel ze bijverdienen? Wil de minister het uitwonen financieel ontmoedigen? Als dat het geval is, wat is daarvoor dan de reden?
De minister stelt dat thuiswonende studenten goed kunnen rondkomen, en dat uitwonende studenten goed kunnen rondkomen als ze een bijbaan van twaalf uur per week hebben.
Op grond waarvan zou het studiefinancieringsstelsel erop gebaseerd moeten zijn dat uitwonende studenten wel en thuiswonende studenten niet een bijbaan van twaalf uur nodig hebben om in hun onderhoud te voorzien? Is het niet juist zo dat uitwonende studenten meer tijd kwijt zijn aan de huishouding dan thuiswonende studenten?
De minister schrijft dat de hoogte van de basisbeurs is bepaald door uit te gaan van een beschikbaar bedrag van 1 miljard euro. Zou het uitgangspunt niet veeleer de financiële behoefte moeten zijn?
De basisbeurs wordt geïndexeerd met de inflatie. Welke index wordt hiervoor gebruikt? Komt het uitgavenpatroon van studenten overeen met het mandje dat voor deze index wordt gebruikt? Verschilt het uitgavenmandje van uitwoners van dat van thuiswoners? Zo ja, houdt de indexering hier rekening mee?
Veel studenten die voor een aanvullende beurs in aanmerking komen maken daar geen gebruik van. Tegelijkertijd blijkt uit het leengedrag van deze studenten dat zij wel een aanvullende inkomstenbron nodig hebben. Waarom zorgt de minister er niet voor dat het krijgen van een aanvullende beurs voor deze studenten gebeurt op basis van een wie-zwijgt-stemt-toe anders dan verplicht-actief-kiezen?
Klopt het dat studenten, wanneer ze het recht op studiefinanciering en gratis ov verliezen, zelf actie moeten ondernemen om deze stop te zetten? Zo ja, waarom is dat het geval? Is de minister het met deze leden eens dat dit “de kat op het spek binden” is? Als een werknemer ontslag neemt, wordt ontslagen of met pensioen gaat hoeft hij toch ook niet iets te doen om zijn loonbetaling stop te zetten? Welke financiële risico’s hebben studenten die verzuimen tijdig hun gratis Ov of studiefinanciering stop te zetten?
Deze leden hebben de volgende vragen over de financiële tegemoetkoming voor wie tijdens het leenstelsel hebben gestudeerd.
De aangenomen motie-Koffeman 36 200 P vraagt de regering om studenten van de pechgeneratie te compenseren voor de door hen betaalde of te betalen rentelasten. Wordt met het onderhavige wetsvoorstel deze motie uitgevoerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze wordt hiermee invulling gegeven aan de wens van de Kamer?
De leden van de PvdD zien uit naar de beantwoording van deze vragen.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Nadere vragen Nicolaï (PvdD) over inreisverbod voor passagiers uit China
Lees verderNadere vraag Prast (PvdD) over de meerjarenvisie cultuur
Lees verder