Vragen Nicolaï (PvdD) over Gedragscode ongewenste omgangsvormen
Indiendatum: 13 mei 2025
In de gedragscode worden omgangsvormen geregeld tussen Kamerleden onderling, tussen Kamerleden en medewerkers en tussen Kamerleden en gasten.
Het lid vraagt zich af of het niet het belangrijkste is om een regeling te treffen die alleen betrekking heeft op de omgang tussen Kamerleden en medewerkers en eventueel tussen Kamerleden onderling.
Dat sluit aan bij regelingen die ook elders al gelden voor werksferen.
Wat betreft de omgang tussen Kamerleden onderling vraagt het lid zich af of de regeling die betrekking heeft op een ingediende klacht, uitvoerbaar is.
Bij de meldingsprocedure kunnen de handelingen van de vertrouwenspersoon waarover artikel 7 gaat, effectief zijn. Maar de toepassing van artikel 18, dat betrekking heeft op sancties na gegrondverklaring van een klacht, roept vragen op.
Hoe moeten we ons voorstellen dat het College van Voorzitter en Ondervoorzitters een ‘contactverbod’ oplegt aan een Kamerlid? En wat als dat lid zich niet houdt aan dat contactverbod? De tuchtrechtelijke sanctiebevoegdheden die in het ambtenarenrecht gelden, ontbreken hier.
Kortom de Code voor omgang tussen Kamerleden onderling kan nodig zijn -bijvoorbeeld vooral bij omgang tussen Kamerleden bij werkbezoeken (denk aan een week gezamenlijk verblijf bij bezoek aan de Caraïben) – maar de vraag is gewettigd of niet met de meldingsprocedure kan worden volstaan.
De omgang tussen Kamerleden en de ‘gast’ behoeft wat het lid betreft geen regeling in een gedragscode die betrekking heeft om omgangsvormen. Zoals hierna uit de geschetste situaties blijkt, zijn problemen bij de toepassing te voorzien.
Niet goed valt in te zien waarom een intimiderende/vernederende bejegening van een ‘gast’ wel zou moeten worden geregeld als die persoon zich in het Kamergebouw bevindt, maar niet als die buiten voor de deur zo door het Kamerlid bejegend zou worden.
In beide gevallen is het een ongewenste omgangsvorm, en die vorm wordt niet anders als de persoon het Kamergebouw betreedt of verlaat.
Bovendien is de gedragscode op zo’n intimiderende/vernederende bejegening weer niet van toepassing als de ‘gast’ wordt bejegend in een situatie die “in het kader van een vergadering van een commissie” of een “plenaire’ vergadering plaatsvindt (artikel 4, eerste lid). Eigenlijk is dat dus in vrijwel alle situaties als de term “in het kader van” ruim wordt geïnterpreteerd.
Daar komt nog bij dat de ‘gast’ geen klacht kan indienen, maar alleen een ‘melding’ kan doen bij de vertrouwenspersoon.
In artikel 1, tweede lid onder i, van de voorgestelde Code is namelijk aangegeven dat onder ‘klacht’ moet worden verstaan: “de schriftelijke klacht door een Kamerlid.” Dus een ongewenste omgang met een ‘gast’ kan alleen leiden tot een melding bij en een optreden door de vertrouwenspersoon.
In artikel 7 zijn de bevoegdheden van de vertrouwenspersoon geregeld.
Als je die leest, zijn die echt toegesneden op een melding van een medewerker of van een mede-senator over een ongewenste bejegening door een Kamerlid. Het is niet goed voorstelbaar dat een gast iets opschiet met zijn melding als je ziet wat de vertrouwenspersoon tot taak heeft.
Kortom, beperk de Code tot omgang tussen Kamerleden en medewerkers en tussen Kamerleden onderling.
Dan nu een paar concrete situaties, waarbij de vraag opkomt of de Code voor omgang met een ‘gast’ wel heldere en uitvoerbare voorschriften bevat.
Situatie 1:
Een journalist volgt kritisch een kamerlid met wie hij al eens eerder een vete heeft gehad over diens steun aan Poetin.
Iedere commissievergadering waarin een onderwerp wordt behandeld dat betrekking heeft op de betrekkingen tussen Europa en Poetin, wordt door de journalist bijgewoond, wat door het Kamerlid als stalking wordt ervaren.
In de commissiekamer ontstaat direct na sluiting van de vergadering een woordenwisseling tussen het Kamerlid en de journalist. Het Kamerlid beschuldigt de journalist dat hij zich “als een bloedzuiger gedraagt” en dat hij een onveilige situatie creëert die het Kamerlid noopt om “fikse maatregelen te treffen die hij als zeer onplezierig zal ervaren”.
- Is de journalist gast als bedoeld in de gedragscode?
- Vallen de gedragingen van het Kamerlid onder artikel 4, eerste lid, zodat de gedragscode niet van toepassing is?
- Maakt het voor de toepassing van de gedragscode uit of de woordenwisseling plaatsvindt op een moment dat de vergadering nog niet is afgesloten?
- Valt het gedrag van het kamerlid onder de gedragscode wanneer hij tijdens de vergadering een app aan de journalist stuurt waarin hij de journalist beschuldigt dat hij zich als een bloedzuiger gedraagt en dat hij een onveilige situatie creëert die het Kamerlid noopt om maatregelen te treffen die hij als zeer onplezierig zal ervaren?
- Valt het gedrag van het kamerlid onder de gedragscode als hij een uur na de vergadering een e-mail aan de journalist stuurt waarin hij de journalist beschuldigt dat hij zich als een bloedzuiger gedraagt en dat hij een onveilige situatie creëert die het Kamerlid noopt om maatregelen te treffen die hij als zeer onplezierig zal ervaren?
- Valt het gedrag van het Kamerlid onder ‘ongewenste omgangsvormen’ of ‘intimidatie’ als bedoeld in artikel 1 onder a en c?
Situatie 2:
Twee vertegenwoordigers van een organisatie “stop de genocide in Gaza” zijn op bezoek geweest in de fractiekamer van een partij die in de Eerste Kamer is vertegenwoordigd. Doel was om de senatoren te informeren en over te halen de organisatie niet langer in een kwaad daglicht te stellen. Hun actie heeft geen succes.
Twee weken later geeft een senator die bij het gesprek aanwezig was, een interview waarin hij vertelt dat hij bezoek heeft gehad van die twee vertegenwoordigers en waarin hij hen aanmerkt als “een stelletje antisemieten die snel eens een pak rammel verdienen”.
- Opent de gedragscode voor deze twee vertegenwoordigers de mogelijkheid om een melding te doen?
- Valt het gedrag van het Kamerlid onder ‘ongewenste omgangsvormen’ of ‘intimidatie’ als bedoeld in artikel 1 onder a en c?
- Is het antwoord anders wanneer het Kamerlid een dag na het bezoek in een e-mail aan de twee vertegenwoordigers zou hebben meegedeeld “dat ze een stelletje antisemieten zijn die een pak rammel verdienen”?
Wij staan voor:
Interessant voor jou

Vragen Visseren-Hamakers (PvdD) over Europese voedsel- en landbouwstrategie
Lees verder