Vragen Nicolaï over Rijkswet Aruba finan­cieel overzicht


Indiendatum: 17 mei 2022


1. Kan de regering aangeven (a) of en zo ja welke bezwaren door Aruba naar voren zijn gebracht tegen het ontwerp, (b) of en zo ja hoe aan die bezwaren is tegemoetgekomen en (c) of de regering naar aanleiding van de laatste ontwikkelingen nog voornemens is om het wetsontwerp aan te passen?

2. Bij wet wordt het College Aruba financieel toezicht in het leven geroepen. Bij wet is aan dit college geen rechtspersoonlijkheid toebedeeld. Van welke rechtspersoon is het college een orgaan?

3. Uit artikel 3, tweede lid blijkt dat de leden van het college worden benoemd door de koninkrijksregering waarin de gevolmachtigd minister van Aruba geen stemrecht heeft. De enige invloed die Aruba kan uitoefenen bestaat uit het kunnen voordragen van één van de drie leden.

Acht de regering dit in overeenstemming met het uitgangspunt dat aan Nederland en de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten binnen het Statuut een gelijkwaardige positie toekomt?

4. Het land Aruba heeft te kampen met de gevolgen van de Coronacrisis omdat het afhankelijk is van toerisme. Niet onaannemelijk is dat eventuele reisbelemmeringen die te maken hebben met het bestrijden van een pandemie zich structureel zullen gaan voordoen.

Is het in het licht hiervan redelijk om in artikel 15 strenge normen op te nemen waarvan op voorhand moet worden betwijfeld of deze te realiseren zijn door een land dat van toerisme afhankelijk is in een positie dat verwachtingen omtrent reisbeperkingen in de toekomst reëel zijn?

5. Waarom is in artikel 26 wat betreft de rechtsbescherming gekozen voor een Kroon-beroep in plaats van beroep op een onafhankelijke rechter?