Schrif­telijk overleg Nicolaï (PvdD) over imple­men­tatie van vierde anti-witwas­richtlijn (AMLD4)

Indiendatum: 5 nov. 2024

Inbreng voor schriftelijk overleg, punt 2, commissie FIN

Brief van de minister van Financiën ter aanbieding van evaluatierapporten en de Nederlandse reactie over de  implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn (AMLD4); Bestrijden witwassen en terrorismefinanciering;

1. Op 29 november 2022 werd in de Eerste Kamer de motie-Prast c.s. aangenomen (nr 36.200 AO) over het voorkomen dat banken betaalrekeningen van een Politically Exposed Person (PEP) weigeren of eenzijdig opheffen. Deze motie staat als deels uitgevoerd te boek.

In het wetgevingsdebat van 9 september jl. in de Tweede Kamer over de Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme gaf de minister aan dat er inmiddels sprake is van een nieuwe PEP-definitie. "Die is in het nieuwe voorstel uitgebreid naar lokale bestuurders en naar broers en zussen [...]. Nederland was tegen uitbreiding van de PEP-definitie, maar stond daarin alleen in Brussel." (TK 36.228,23 p. 94)
a. Per wanneer is deze nieuwe definitie van kracht? Kan de minister aangeven wat nu de precieze definitie van een PEP is?
b. Erkent de minister het feit dat PEPs nog steeds moeite hebben of niet in staat zijn om een bankrekening te openen, puur van wege hun PEP-status? Zo ja, erkent de minister dat de motie-Prast daarmee niet is uitgevoerd? Zo ja, welke maatregelen onderneemt de minister om dit probleem op te lossen?
c. Is de minister het met de leden eens dat de nieuwe, uitgebreidere definitie van PEP meer mensen in een moeilijke positie brengt w.b. bankzaken en administratieve lasten?
d. Wat gaat de minister er nationaal en/of op EU-niveau aan doen om de motie-Prast alsnog tot uitvoering te brengen?

2. Is het waar dat financiële instellingen zoals pensioenverzekeraars en banken mensen met een PEP-status mogen weigeren als klant?

3. Is de minister bereid een acceptatieplicht voor financiële instellingen in te voeren voor cliënten met een PEP-status of hun familieleden en/of collegabestuurders bij NGO’s ? Zonee, waarom niet? Zoja, op welke termijn en wijze?

4. Is de minister bereid elke vorm van discriminatie van PEP’s door financiële instellingen te verbieden en daar een klachtenloket voor te openen? Zonee, waarom niet, zoja op welke termijn en wijze?