Nadere vragen van Nicolaï over hyperscale data­center Zeewolde


Indiendatum: 18 okt. 2022

Nadere vragen van de leden van de PvdD n.a.v. de beantwoording van eerdere vragen door de minister VRO bij brief van 26 september jl.

In de motie Koffeman c.s. (35 925 XIV K) die door de Eerste Kamer is aangenomen, wordt de regering gevraagd de publiekrechtelijke bevoegdheden te gebruiken om uitvoering van het bestemmingsplan in Zeewolde dat in de vestiging van een datacenter voorziet, te blokkeren.

1. Is het juist dat de Kroon bevoegd is wegens strijd met het algemeen belang een besluit van een gemeentebestuur te schorsen, en dat dit ook geldt voor een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan?

2. Is het juist dat als het betreffende bestemmingsplan onherroepelijk is, de Kroon bevoegd is dat plan wegens strijd met het algemeen belang te vernietigen?

3. In het antwoord op vraag 3 verwijst de minister naar een juridische analyse. Is de minister bereid die met de Kamer te delen?

4. Op grond van de bedoelde analyse meent de minister dat er geen grond is voor vernietiging. Blijkens de aangevoerde argumenten heeft zijn conclusie betrekking op een vernietiging wegens strijd met het recht. Acht de minister een vestiging van een hyperscale datacenter in het bestemmingsplangebied niet in strijd met het algemeen belang? Als de Eerste Kamer van oordeel is dat het algemeen belang zich daartegen wel verzet, waarom is dat niet op zich voldoende grond om te oordelen dat het algemeen belang zich verzet tegen vestiging van zo’n center ter plaatse?

5. De minister beroept zich op gegevens die gelden voor de periode “voorafgaande aan de vaststelling van het bestemmingsplan”. Als de Kroon na die periode oordeelt dat het nationaal belang zich verzet tegen het voortbestaan van de vestigingsmogelijkheden die door het plan in het leven zijn geroepen, is de Kroon dan bevoegd en gerechtigd tot vernietiging van het bestemmingsplan? Zo nee, uit welke voorschriften blijkt dat?

6. Op vraag 5 heeft de minister geen antwoord gegeven. De vraag kan gespecificeerd worden tot: i” Is de regering het met de leden van de fractie van de PvdD eens dat vestiging van een hyperscale datacenter op het Bedrijventerrein Trekkersveld IV ongewenst is”.

Dat de gemeente Zeewolde bevoegd gezag is voor de vaststelling van de bestemming is juist, maar de minister is bevoegd om een besluit voor schorsing of vernietiging voor te dragen. In het licht van die bevoegdheid mag van de minister een oordeel worden verlangd, en dus een antwoord op bedoelde vraag 5 zoals deze hier nader is gespecificeerd. Wat is het antwoord van de minister? Als het ontkennend is, op grond waarvan komt de minister tot dat oordeel en hoe verdraagt dat oordeel zich met de uitspraak van de Eerste Kamer in de aangenomen motie? Als het bevestigend is, wat gaat de regering dan doen om tot uitvoering van de bedoelde motie te komen?