Bijdrage Nicolai (PvdD) over wet coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid
Voorzitter,
Het beest is getemd. Ruim twee jaar geleden kwam de NRC met onthullingen over de NCTV die in privacyland als een beest tekeer ging.
In strijd met de wet verzamelde die dienst jarenlang privacygevoelige informatie over burgers.
Medewerkers volgden met nepaccountants op sociale media in het geheim honderden politieke campagneleiders, religieuze voormannen en activisten.
De wet die we vandaag bespreken beoogt riemen aan te reiken waarmee de NCTV beteugeld moet worden.
Voorzitter, de Partij voor de Dieren is niet voor het temmen van dieren. Maar het beteugelen van een dienst die zich stiekem ontwikkelt tot een ongetemde veiligheidsdienst is een rechtstatelijke eis. In die zin lijkt de wet die voorligt, een regeling die iedereen zou moeten toejuichen.
Maar, voorzitter, is dat nu zo?
De taak van de NCTV die in artikel 2 wordt omschreven, is een noodzakelijke taak. Zij verschilt overigens niet van de taak die de NCTV al had toen zij als een beest te keer ging.
Trends en fenomenen signaleren, analyseren en duiden over dreigingen die betrekking hebben op onze nationale veiligheid en mogelijke maatschappelijke ontwrichting is van groot belang, ook in ogen van onze fractie.
Online komen we van alles tegen dat aandacht oproept van degenen die op zoek zijn naar zulke dreigingen.
Dat een ambtenaar die op zo’n zoektocht is, door wil zoeken als hij stuit op organisaties en personen die zich extremistisch en dreigend uiten, lijkt mij een natuurlijke reactie.
Sterker nog: wordt een overheidsdienst waarvan we verwachten dat zij een gedegen onderbouwd dreigingsbeeld vervaardigt, niet in haar taak belemmerd als het haar verboden wordt om het onderzoek uit te breiden naar bepaalde personen of organisaties?
Voorzitter, binden we eigenlijk niet de kat op het spek als we de NCTV vragen om een dreigingsbeeld te schrijven dat goed feitelijk is onderbouwd terwijl het haar verboden wordt om onderzoeksactiviteiten te verrichten die voor de hand liggen voor iemand die de diepte in wil gaan?
Dat brengt ons tot de vraag: waarom wordt de taak van de AIVD niet uitgebreid in plaats van een andere dienst daarmee opzadelen die maar half werk mag doen? Kan de minister dat nog eens helder uitleggen?
Brengen we niet de NCTV in een verleidelijke positie om de pricacygrenzen te overschrijden?
Deze wet stelt duidelijke grenzen.
Maar toen de NCTV drie jaar geleden zonder deze wet haar gang ging, golden er ook wettelijke begrenzingen waaraan die dienst gewoon voorbij ging.
Graag verneemt onze fractie van de minister waarop zij zich baseert als zij ons verzekert dat deze wet niet tot dezelfde ongelukken zal leiden als het wettelijk systeem waarin de NCTV drie jaar geleden fungeerde. Toen deed zij dingen die niet mochten, waarom zou dat nu niet meer gebeuren?
Voorzitter,
De gegevensverwerking is in artikel 3 geregeld.
Als het om persoonsgegevens gaat die overheidsdiensten verzamelen en bewaren, is het in het kader van privacybescherming van groot belang dat gegevens niet oneindig bewaard blijven.
Zie ik het nu goed dat het vijfde lid van artikel 3 de bevoegdheid geeft om de bewaartermijn telkens met zes maanden te verlengen, zodat er wettelijk geen eindige bewaartermijn is geregeld? Graag een reactie van de minister.
In dat vijfde lid is het blijven bewaren onder meer afhankelijk van de vraag of de verlenging van de bewaartermijn “geringe gevolgen heeft voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene”.
Voorzitter,
Mijn vraag aan de minister is: wie bepaalt of er sprake is van ‘geringe gevolgen’? Dat is toch de NCTV zelf? En wat als het oordeel van de NCTV niet deugt? Kan de minister daarop reageren?
Voorzitter,
Ik kom terug op de taak van de NCTV en de dreigingsbeelden waarin zij trends en fenomenen signaleert, analyseert en duidt.
Wie die dreigingsbeelden leest, vindt daarin veel nuttige informatie. De duidingen hebben ook betrekking op de bescherming van de samenleving tegen extremistische invloeden.
Recent heeft de NCTV in dat kader aangegeven dat niet alleen het jihadisme in het vizier moet worden gehouden. Ik citeer: “De dreiging verandert en daarom is besloten om dit uit te breiden naar verschillende vormen van extremisme, los van de achterliggende ideologie”.
Voorzitter,
We hebben het vandaag over de taak van de NCTV. Is de minister het met ons eens dat de duidingen van de NCTV mede betrekking moeten hebben op extremistische activiteiten die kunnen leiden tot maatschappelijke ontwrichting? Graag een duidelijke reactie.
De NCTV heeft uitdrukkelijk aangegeven waarop zij dient te letten in het kader van extremistische dreigingen. Ik citeer:
- Angst verspreiden
- Desinformatie verspreiden
- Demoniseren
- Ondermijnen van de democratische rechtsorde, d.w.z. – in citeer - van “de open samenleving die er onder andere voor zorgt dat iedereen binnen dit systeem beschermd wordt en op een vrije manier kan leven”.
Voorzitter,
Als een politieke partij de godsdienstvrijheid en de vrijheid van onderwijs die grondwettelijk zijn verzekerd ,niet wenst te respecteren (“geen islamitische scholen, korans en moskeeën”)
Als die partij artikel 1 van de Grondwet verwerpt en uitdrukkelijk betoogt dat het niet aangaat om aan de Nederlandse moslimgemeenschap – ik citeer – “grondwettelijke rechten en vrijheden in dezelfde mate toe te kennen als aan andere groepen in Nederland”
Als een vertegenwoordiger van die partij betoogt – ik citeer – “Laten we Den Haag deïslaminiseren; huis voor huis, straat voor straat”
Als de leider van die partij uitroept: “ik wil moskeeën afbreken .. Ik ga er als eerste met cement en stenen heen om die moskeeën dicht te metselen”
Als diezelfde leider pleit voor het opsluiten van moslim-vluchtelingen in azc’s omdat vrouwen een ‘seksuele jihad’ en een ‘verkrachtingsepidemie’ moeten vrezen
Als diezelfde leider zich schuldig maakt aan desinformatie en twee weken geleden tijdens een TV-debat verkondigt: “Dit jaar zijn er 90.000 opvangplekken voor asielzoekers. En als al die mensen straks een vergunning krijgen, krijgen ze met voorrang een woning”. En dat terwijl feitelijk vast staat dat maar ongeveer 5 tot 10 procent van vrijgekomen sociale huurwoningen naar statushouders gaat,
Voorzitter,
Vrijheidsrechten die in de Grondwet staan, niet respecteren, de moslim-gemeenschap demoniseren, angst verspreiden, doelbewust desinformatie verspreiden ..
Is de minister het met ons eens dat zulke activiteiten passen in een dreigingsbeeld dat de NCTV uit hoofde van haar wettelijke taak dient op te stellen? Graag een reactie.
Voorzitter,
Ik zie uit naar de antwoorden van de minister.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bijdrage Nicolaï (PvdD) aan het interpellatiedebat van het lid Kluit over de invoering van de Omgevingswet
Lees verderBijdrage Koffeman (PvdD) over Wijzigingswet Huisvestingswet 2024
Lees verder