Inbreng Nicolaï (PvdD) over Plan­mo­nitor NOVI 2024


Indiendatum: 10 sep. 2024

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren in de Eerste Kamer danken de minister voor het toesturen van de Planmonitor NOVI 2024. Zij hebben nog enkele vragen over deze monitor:

  1. De Planmonitor NOVI 2024 laat zien dat met name de sterk stedelijke Noord- en Zuidvleugel van de Randstad te maken krijgt met een grote verstedelijkingsopgave. Een groot deel van de verstedelijking komt terecht in gebieden die nu al kwetsbaar zijn. Welke instrumenten heeft de regering voor ogen om mogelijke negatieve effecten van deze bouwlocaties te mitigeren en/of te compenseren? Hoe gaat de regering om met mogelijke verslechteringen? Hoe zorgt de regering ervoor dat ondanks deze projecten ook hier de leefomgeving zal verbeteren? Welke normen hanteert zij hiervoor en hoe verzekert de regering zich ervan dat permanente schade voorkomen wordt?
  2. Wat is de verhouding tussen de opgaven uit het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en de Planmonitor? En welke consequenties voorziet de regering voor kwetsbare gebieden wanneer de plannen van het NPLG geen doorgang vinden?
  3. In 2030 wil het kabinet voldoen aan de WHO-adviesnormen voor luchtkwaliteit. Nederland voldoet momenteel vrijwel nergens aan die norm, zo lezen wij op pagina 19 van de monitor. Zo wordt de advieswaarde voor fijnstof nergens gehaald en hebben 6 miljoen mensen last van geluidsoverlast. Toch bevat de monitor nog geen indicator die de ontwikkeling van woon- en werklocaties binnen gebieden met een hoger milieugezondheidsrisico in beeld brengt. Wordt die indicator ontwikkeld voor de monitor van 2025?
  4. In het rapport wordt aanbevolen dat in de nieuwe NOVI (tot en met nieuwe nota Ruimte) per nationaal belang inzichtelijk wordt gemaakt welke gevolgen de inwerkingtreding van de Omgevingswet heeft voor de wettelijke bescherming van nationale belangen en kwetsbare gebieden. Is de regering voornemens om dat inzicht inderdaad te bieden?
  5. Kan de regering per aanbeveling aangeven of en zo ja, hoe, zij de aanbeveling gaat opvolgen? En indien nodig, kan zij het ook motiveren indien een aanbeveling niet wordt uitgevoerd?